5.11 Het woordeloze vagevuur van verlies

Photo by Max of nakedaroundtheworld

Scroll this

Het was ondertussen rond 3 uur ’s nachts. Niet dat het die avond uitmaakte. In mijn hoofd probeerde ik te tellen hoeveel uur ik al bij Damian zat en hoeveel uur ik nog bij hem kon zitten maar mijn concept van tijd was wazig. 

In die uren had ik gehuild, gesmeekt en was verdronken in mijn eigen pijnlijke nostalgie en herinneringen van Damian. 

Ik had God uitgescholden en geprobeerd met hem een deal te maken. Toen hij geen gehoor gaf, ging ik naar de duivel en bood hem mijn ziel aan. 

Maar ook hij liet niets van zich weten. 

Zelfs de fucking duivel wilde mijn ziel niet hebben. 

Als er een god bestond, dan had hij mij in de steek gelaten, dan had hij Damian in de steek gelaten. 

Zo wanhopig was ik op dat moment. Dat ik als atheïst wilde toekeren naar een waarschijnlijke fictieve kracht en om hulp wilde vragen. Maar dat is het met zulke situaties. Als de pijn, het verdriet of de waanzin te groot is voor je brein om te verwerken, dan ga je opzoek naar antwoorden en een helpende hand.  

Maar als je laatste redmiddel niets uithaalt, wat moet je dan doen?  

Op dat moment kon ik simpelweg niet accepteren dat dit Damian zijn lot zou zijn. Ik kon het niet.  

Ik moest hem helpen. 

Ik moest hem laten zien waarom wij vrienden waren. 

Maar ik kon hem niet op magische wijze tot leven wekken. 

En geen enkele god, duivel of andere grote kracht wilde iets doen. 

Dus het enige wat ik kon doen was machteloos naast hem zitten en hem begeleiden naar zijn laatste momenten.  

Dat was het enige wat ik kon doen. 

Samen met hem naar de poorten van het hiernamaals lopen zodat zijn laatste moment, een moment van vriendschap was.  

Die avond veranderde mij. Ook al merkte ik het pas veel later maar in deze momenten lagen de wortel van mijn echte identiteit. Een persoon gebaseerd op verdriet, pijn en melancholie.  

Het was de pijn dat ik hem die dag nog had gesproken, met het idee dat ik hem weer zou zien, dat ik weer bier met hem zou drinken. Het waren de ‘wat als’ die mij in hun macht kregen. Ik was altijd een jongen die gestuurd werd door het verleden maar dit, dit veranderde alles. 

Maar ik loop op de feiten vooruit. 

Momenteel zat ik nog steeds in de bubbel van mijn eigen onbegrip en verdriet. Dezelfde bubbel waar ik al een paar uur in zat. Ik werd er pas uitgehaald toen ik geschreeuw in de gang achter mij hoorde.  Geschrokken keek ik op, weg van Damian, naar wat er aan de hand was. Door de ruit zag ik een getinte jongen neergestort op de vloer van het ziekenhuis. De tranen op zijn gezicht kon ik niet zien maar de wild schokkende bewegingen die zijn lichaam maakte, samen met het bijna schreeuwende gehuil gaven duidelijk aan op welke plek de gedachten van de jongen zaten. 

Dezelfde plek als ik 

En Kyra 

En Damian zijn ouders. 

Voor een moment stond de jongen alleen voor de ruiten, waar ik een paar uur geleden met dezelfde uitdrukking op mijn gezicht had gestaan. Ik zag hem stiller worden terwijl zijn ogen gevuld werden met steeds meer verdriet. 

Hij was op het punt van het totale zwijgen gekomen. 

In mijn leven heb ik zelf ook een paar keer op dat punt gestaan, maar nooit zo intens als hij. Nooit zó gebroken en kwetsbaar. Het was een gevaarlijke beweging om te maken, om jouw verdriet in te vullen met de leegte van het woordeloze.  

Want als je zo gebroken en verdrietig alleen met jouw gedachten wordt achtergelaten, kunnen er nare dingen gebeuren. 

Het duurde niet lang voordat hij met voorzichtige en nederige stappen de kamer in kwam lopen. Hij keek mij aan en ik keek terug. Zijn ogen waren vuurrood en op zijn licht behaarde gezicht probeerde hij een vriendelijk lachje te produceren.  

Maar het lukte hem niet. 

Dus keerde hij zich naar Damian. 

Langzaam liep hij naar hem toe terwijl hij om de seconde zijn naam bleef herhalen. Maar elke keer dat hij zijn naam zei, werden zijn woorden stiller en zijn tranen harder. En op dat moment zag ik hem weer opgaan in het woordeloze vagevuur van het verlies. 

Ik besloot om op te staan en de jongen een moment te geven, zoals andere mij hadden gegeven. Kalm hees ik mezelf van de stoel, gaf de jongen twee schouders klopjes om een non-verbaal signaal af te geven dat zijn verdriet begrepen werd, en liep weg. 

Vorige post Volgende post