5.21 Nog eventjes, alsjeblieft.

Photo by Martin Bohm

Scroll this

De kleine ziekenhuiskamer werd zacht verlicht door de ondergaande zodie stilletjes door een smal raampje zijn licht wist te delenDe kamer was vol. Kyra en Katie stonden aan mijn zijde en Brit, Robert en Simon stonden aan de andere kant van het bed. De ouders van Damian stonden samen met Chloe aan het voeteinde. En Ezra, die arme Ezra stond wederom in zijn eentje in de hoek van kamer. Nog steeds opgesloten in de stilte van zijn eigen hoofd. 

De zusters rommelde met de apparatuur terwijl het gepiep van de hartslagmonitor de ruimte vulde. 

Na elke piepje van de machine voelde ik een kleine stuiptrekking door mijn spieren gaan. In de kamer stond ik als een spastische jongen, vechtend tegen de realiteit. Ik wilde ontsnappen in mijn ongeloof maar dat piepje, dat vervloekte piepje was de stem, het teken dat het allemaal waar was. 

Het was de constante confrontatie en herinnering aan dat het bed waar Damian momenteel in lag het laatste bed zou zijn waar hij ooit in zou liggen. 

Ik keek naar Damian met een blik vol pijn. Zijn ogen waren gesloten en nog steeds leek het alsof hij simpelweg aan het slapen was. Zijn voorhoofd was wat dikker dan normaal en zijn rode felle haren lagen verwilderd op het kussen, maar dat was dan ook het enige verschil met normaal. 

Ook al zei niemand iets, iedereen dacht hetzelfde.  

Iedereen voelde hetzelfde. 

Het was pas toen de zuster vroeg: ‘’Zullen we jullie een moment geven voordat we hem naar de operatietafel brengen?’’ dat iedereen wakker schrok. De zusters concludeerde uit onze geschokte blikken dat een moment wel nodig was en liepen de kamer uit. Toen de deur eenmaal gesloten was stond iedereen opnieuw stijf langs het bed van Damian. Ik hoorde naast mij iemand huilen maar kon het niet opbrengen om te kijken wie het was. Mijn blik stond gefixeerd op Damian terwijl ik vast zat in een cocktail van mijn eigen emoties. 

Schaamte, pijn, verdriet, schuldgevoel en hopeloosheid. 

Ze hadden mij in hun macht. 

Opnieuw wilde ik gaan huilen maar ik kon het niet. Ook al flitste er allerlei herinneringen voor mijn ogen voorbij, mijn lichaam wilde geen tranen produceren. Als reactie daarop kneep ik harder in Katie’s hand waardoor ze haar blik, gesierd met vuurrode ogen en uitgelopen mascara, op mij richtte. Ik legde mijn arm om haar schouder en duwde haar lichaam tegen de mijne.  

Vluchtig keek ik naar Kyra die met trillende handen een stap naar voren deed. Ze ging langzaam met haar hand door Damian zijn rode haren en gaf hem een liefdevolle kus waarna ze huilend de kamer uitliep. De moeder van Damian volgde haar snel. En terwijl de pijn als een verloren vriend in iedereens ogen hing begon ik me af te vragen wat de reden van dit alles was. 

Van het leven. 

Van de dood. 

Van vriendschap. 

En uiteindelijk, van mijzelf. 

Ik kwam weer terecht in de gedachtereeks waarin ik mezelf afvroeg of ik alles had gedaan wat ik kon doen. Ik begon scenario’s te bedenken waarin ik het laatste telefoontje met Damian net iets anders had verwoord, waardoor hij op dit moment de verjaardag van Kyra aan het vieren zou zijn. De beelden waren zo levend in mijn hoofd, dat het bijna als verloren herinneringen aanvoelde. Het enige wat mij in de realiteit hield waren de piepjes. 

De godverdomme piepjes. 

Langzaamaan verliet iedereen de kamer. Eerst ging Katie weg met als reden om Kyra te troosten. Daarna volgde Robert, Brit en Simon. Na enkele minuten waren Ezra en ik als enige nog bij Damian. 

We zeiden niets. 

We keken elkaar niet aan. 

Eigenlijk, zaten we beide in een andere wereld. Verstrengeld in de complexiteit van onze eigen rouw en pijn.  

Ik wreef vluchtig door mijn gezicht, nam een stap dichter naar het bed en pakte Damian zijn hand vast. Snel keek ik naar Ezra om te kijken waar zijn aandacht was, maar toen ik zag dat hij nog steeds verloren was in zijn wolk van afwezigheid wist ik dat dit het moment was om afscheid te nemen. 

Ik boog naar voren en fluisterde met een gebroken, emotionele stem: ‘’Het is zo fucking oneerlijk, Damian. Ik ga het goedmaken.’’ Ondertussen voelde ik de warmte van de tranen langzaam over mijn wang glijden.  ‘’Ik beloof het je man. Op een dag zal je gerechtigheid hebben. Op een dag zullen wij elkaar weer zien. Dit is nog niet het einde, dit kan niet het einde zijn. Zo kan het leven niet zijn. Dit kan niet jouw lot zijn.’’ 

Voor een ogenblik liet ik een stilte vallen en hurkte ik door mijn knieën. 

‘’Mensen hebben je nodig, Damian. Als je daar ergens nog bent dan moet je wakker worden. Kyra heeft je nodig man. Jouw ouders hebben je nodig. Ik… ik heb je nodig. Wij zijn er nog niet klaar voor om jou te moeten laten gaan. Blijf bij ons, Damian. 

Nog eventjes 

Alsjeblieft.’’ 

Vorige post Volgende post