4.36 I try to think about tomorrow but I always think about the past. About the things that didn’t last

Photo by Bobby Mandrup

Scroll this

Het was bijzonder hoeveel er door jou heen kon gaan in enkele milliseconden. Allerlei gedachten schoten door mijn hoofd heen. Ik zag mijn leven niet voorbijflitsen maar juist de toekomst. De ketting van gebeurtenissen die door deze val zouden plaatsvinden. 

De doffe klap van mijn levenloze lichaam die na een val van zes etages het beton zou raken. 

De terreur in de harten van mijn vrienden en de ontroostbare blikken waarmee zij zouden worden opgezadeld. 

De flitsen van de zwaailichten van de politie en ambulance terwijl de sirenes de laatste serenade waren van mijn bestaan. 

En mijn uitvaart. 

Mijn godverdomme uitvaart. 

Waarom dacht ik daar überhaupt aan? 

Uit angst kraamde ik een doffe schreeuw uit terwijl het klappende geluid van de duiven op de achtergrond doorspeelden. Ik voelde de grip onder mijn voeten verdwijnen en onbewust had ik al vrede gemaakt met wat er zou gebeuren. 

Ik kon er toch niets meer tegen doen. 

Met zwaaiende armen probeerde mijn lichaam nog enige vorm van balans te vinden. Mijn nagels schraapten langs de wand in de hoop dat ik iets vast kon pakken maar het had geen effect. 

En daar ging ik. 

Ik voelde de grond langzaam verdwijnen en maakte me klaar voor wat komen zou. Ondertussen voelde ik iets aan mijn shirt trekken maar ik had er geen aandacht voor. Mijn gedachten vlogen nog steeds alle kanten op en waren volledig losgekoppeld van het moment. 

In mijn hoofd was ik al beneden. 

En daar schrok ik van. 

De grip werd steviger en mijn shirt kwam strakker te staan. Ik hoorde vage schreeuwen in de achtergrond en het was pas toen ik dezelfde doffe klap die ik had voorgesteld hoorde ik weer in de realiteit kwam. 

Ik opende mijn ogen en zag het plafond. Al snel verscheen Damian zijn hoofd boven mij. 

‘’Het is niet slim om te vallen, Bobbie.’’ Zei hij lachend. Zijn lach had een rare ondertoon. Ondertussen krabbelde ik verward omhoog. Robert stond naast mij en in zijn ogen zag ik pure angst. Snel keek ik Damian aan die kalmpjes terug keek. 

‘’Ik had zin in een adrenaline kick.’’Mijn stem was klein. 

Damian stak zijn hand uit en hielp mij omhoog. Toen ik eenmaal weer op beide benen stond keek ik hem aan, gaf hem een harde knuffel en zei met een opgeluchte toon: ‘’Thanks man.’’ 

Hij sloeg mij twee keer op mijn schouder. 

‘’We kunnen je nog niet missen, man. Nog niet in ieder geval.’’ 

Gedesoriënteerd liep ik langs de rand. Er ging nog steeds zoveel door mij heen. Voor een ogenblik voelde ik me onsterfelijk maar tegelijkertijd werd ik geconfronteerd met mijn sterfelijkheid. Ik ging door mijn knieën, zuchtte, keek rond en uiteindelijk schreeuwde ik: ‘’Fuck!’’ uit. ‘’Fuck! Fuck! FUCK!’’ 

Ik hoorde mijn woorden eenzaam echoën door de hal. 

Langzaam keek ik omhoog naar Damian en Robert. 

‘’Dit was zo fucking close man. Ik dacht dat ik klaar was.’’ 

Beide keken mij stilzwijgend aan. 

‘’Fuck.’’ Zuchtte ik uit vol met de onwetendheid over wat ik met mijzelf en mijn gevoelens aan moest op dat moment. Zonder er enig moment over na te denken stond ik weer op, pakte een stuk afgebrokkeld beton en gooide het met alle geweld de schacht in terwijl ik uit woede schreeuwde. 

Het duurde een paar seconde voordat ik de klap van het beton op beton hoorde en uiteindelijk draaide ik me weer om. Robert en Damian wisten beide niet wat ze moesten doen.  

Zij waren overduidelijk ook geschrokken van de hele situatie. 

Ik pakte opnieuw een sigaret uit mijn zak en stak hem met trillende handen aan. Ik nam een hijs. Ademde uit. Nam opnieuw een hijs en ademde weer uit. 

‘’Ik denk..’’ Zei ik twijfelend. ‘’Dat we maar beter naar Katie en Kyra kunnen gaan. Ze staan al een tijdje op ons te wachten.’’ 

Zonder woorden knikte Robert en Damian en in een dodenmars liepen wij als kleine jongetjes terug. Katie en Kyra stonden nog steeds op dezelfde plek waar wij ze hadden achtergelaten. Damian knuffelde direct Kyra en ik pakte Katie stevig vast. 

‘’Wat was al dat lawaai jongens?’’ vroeg Kyra. 

‘’We zaten wat stenen in de liftschacht te gooien.’’ Antwoordde Damian snel terwijl hij mij aankeek. 

Ik pakte Katie’s hand steviger vast. ‘’Maar we hoorden geschreeuw.’’ 

‘’Bob uehm…’’ stammelde Robert uit. ‘’schrok van iets.’’ 

‘’Duiven.’’ Zei ik snel. ‘’Duiven.’’ 

‘’Je bent echt een sukkel, wist je dat Bob?’’ Zei Kyra lachend. 

Door Kyra’s opmerking keek ik eventjes naar de grond en stammelde zachtjes: ‘’Dat klopt.’’ 

Vorige post Volgende post