6.5 Fear and loathing in mijn dromen (5)

Photo by Amanda Leigh Smith

Scroll this

Het pistool hield ik in mijn trillende hand vast. De loop stond op Damian gericht die gek genoeg geen straaltje angst projecteerde. Hij was juist blij. Tevreden. De muziek bevond zich in totale intensiteit en dat sloot goed aan met de gebeurtenissen in de duistere rode kamer. Stilzwijgend keek Damian mij aan terwijl ik streed met het morele dilemma. 

Het was zo makkelijk. 

Een kleine beweging. 

En het was allemaal over. 

Maar waarom had ik er zo’n moeite mee? 

Damian brak de stilte en zei: “De man van de fles heeft zijn whisky zowaar laten vallen.’’ Ik keek naar beneden en zag dat de fles gebroken op de grond lag, maar in plaats van de bruine drank stroomde er bloed uit. Ik staarde vol angst naar het bloed terwijl het langzaam richting mijn voeten kroop, toen keek ik weer op naar Damian die mij nog steeds met een tevreden lach aankeek. 

‘’Mijn kleine Bobje wordt eindelijk een pimp. Een pimp zeg ik je! Een motherfucking pimp! Nu alleen nog maar de trekker overhalen, Bob en dan is het allemaal over. Dan kan je terugkeren naar de chaos.’’ 

Damian leek totaal niet onder de indruk van het feit dat ik een pistool op hem richtte. In zijn onheilspellende houding prepareerde hij opnieuw een lijn. Met een gefixeerde blik op de cocaïne begon hij plotseling een gedicht uit te spreken: 

‘’For the night — tho‘ clear — shall frown — 

And the stars shall look not down, 

From their high thrones in the Heaven, 

With light like Hope to mortals given  

 

Damian nam een kleine pauze, snoof een lijn op en ging verder: 

 

But their red orbs, without beam, 

To thy weariness shall seem 

As a burning and a fever 

Which would cling to thee for ever:’’ 

 

Toen hij klaar was keek hij met een tevreden lach op en zei: ‘’Ga je nog schieten?’’ 

Ik hield mijzelf stil. Het koste mij al mijn kracht om het pistool vast te houden, laat staan om woorden uit te spreken. De stilte leek Damian te irriteren want al snel veranderde zijn toon. ‘’Schiet, Bob! Schiet! SCHIET!’’ 

Ik deed niets. 

Damian stond woedend op. 

‘’Het verbaast mij ook niets dat je de ballen niet hebt om de trekker over te halen! Denk je serieus dat je iets gaat bereiken in het leven? Dat je Katie blijft houden!? Zij gaat vroeg of laat inzien wie je echt bent! Ze zal bij je weggaan. Net zoals ik bij jou weg ben gegaan!’’ Ondertussen liep Damian naar mij toe, pakte het pistool en zette het tegen zijn eigen hoofd. ‘’Een kleine beweging, ik zeg het je! Zo moeilijk is het niet! Schiet! Schiet! Schiet!’’ schreeuwde hij uit. Zijn ogen hadden de intensiteit van het moment opgenomen en de kleine hoeveelheid kleur dat in zijn ogen was achtergebleven, was nu helemaal verdwenen. ‘’Jezus, Bob! Als je dit niet eens durft dan zal je eenzaam, arm en dronken sterven! Wil je dat!? Wil je geen redemption hebben, geen bevrijding!? Een kleine beweging, jongen. Dan is het allemaal over. Dan behoor ik, jij en de wereld tot het verleden!’’ 

Damian zijn stem werd intenser. Mijn handen waren ongecontroleerd aan het trillen en ik kreeg bijna geen adem. Ik voelde een traan over mij wang rollen. Ik wilde het pistool weggooien, wegrennen, Damian knuffelen. Alles. Zolang ik maar uit deze situatie kon komen. Ondertussen ging Damian op zijn knieën zitten, staarde mij met zijn diepzwarte ogen aan en lachte.  

‘’Ik wist altijd al dat je geen vriend was. Ik vraag je één ding! ÉÉN DING! Maar alsnog kan je het niet voor mij doen. Haal die trekker over! Je bent een hoer, Bob. Je bent en zal altijd een hoer blijven! Je doet jouzelf voor alsof jij snapt waarom jouw leven zo’n chaos is, dat jij bewust alle keuzes maakt maar nu realiseer ik me pas wat voor teleurstelling je bent! Je had nooit moeten bestaan! Jij moest diegene zijn die voor de trein sprong! Jij moest verongelukken! Jij, niet ik, JIJ! Kijk wat ik heb achtergelaten en stel je voor dat wij onze plekken hadden geruild. Ik, een vol leven met een gezonde relatie en een werkelijk toekomstperspectief. En dan ben jij daar, zonder studie, zonder toekomst, een relatie die op losse schroeven staat en een gegarandeerd alcoholprobleem! Jij moest het zijn! Niet ik, jij! JIJ, Bob, Jij moest in die kist ligg…. 

Voordat ik het zelf besefte, had ik de trekker overgehaald. De knal schalde luidt door de kamer en echode toen langzaam verder. Mijn oren suisde en het enige wat waarlijk klonk was de doffe klap van Damian zijn levenloze lichaam. Op de achtergrond klonk het zachte gepiep van een hartmonitor die het einde van iemand zijn leven aankondigde. In shock veegde ik het bloed uit mijn gezicht, maar hoe vaak ik het ook probeerde, ik bleef het bloed voelen. Trillend staarde ik naar het lichaam van Damian die met een grote lach langzaam werd opgezogen door een plas van bloed. Hij leek…. tevredenAlsof hij op deze uitkomst hoopte, alsof hij eindelijk verlost was. Ik legde het pistool op de koffietafel en probeerde opnieuw het bloed van mijn gezicht te vegen. Maar ik bleef het voelenHopeloos gooide ik mijzelf naast de koffietafel neer en begon te huilen, maar er kwamen geen tranen uit mijn ogen. Nee. Het was niet het verwachtte zoute water maar een stroperige bloedstroom. Met de achterkant van mijn hand probeerde ik weer het bloed weg te vegen maar ondanks dat mijn hand rode strepen van bloed weergaf, voelde ik het bloed nog steeds op mijn gezicht.  

In een onlogische actie pakte ik de groepsfoto van de koffietafel maar zag dat Damian en ik maar enkel nog zwarte schimmen waren. Toen pakte ik in paniek mijn jeugdfoto. Ook daar was ik enkel nog maar een zwarte schim.  

Het leek alsof wij beide van de wereld waren vervaagd. 

Geschrokken keek ik om mij heen. Het viel mij toen pas op dat er een derde persoon in de kamer was. Een jongetje met felle blonde haren en teleurstelling in zijn blik. Ik wilde iets zeggen maar voordat ik de woorden had bedacht schudde hij zijn hoofd en rende de duisternis in. Ik liet de foto’s vallen en ging hem achterna. Al snel was het volledig donker en kon ik niets meer zien. Ik probeerde om te kijken naar de kamer waar Damian lag, maar die was verdwenen. Ik bleef rennen en begon te schreeuwen. Maar hoe hard ik mijn woorden ook probeerde uit te spreken, ze leken geen geluid te produceren.  

Ik bleef rennen. 

En rennen. 

En rennen. 

Totdat ik eindelijk het jongetje zag. 

Opnieuw staarde hij mij aan maar toen ik hem bijna bereikte verdween hij. Ik zette nog een aantal stappen in de hoop dat ik hem ergens zou zien. Ik schreeuwde opnieuw maar het enige antwoord dat ik kreeg was een plotseling gat in de grond. In het gat lag een witte duif. 

Ik probeerde mijzelf te balanceren maar al snel viel ik in het gat. 

In de duisternis. 

In de vergetelheid en eenzaamheid. 

In de dood, net zoals Damian en de duif. 

Met een hoge snelheid viel ik in de nietigheid totdat ik midden in de duisternis een zwembad zag. Hoe langer ik viel, hoe dichterbij het kwam. Ik zag twee personen, een in het zwembad en de ander ernaast. Daarna werd het duidelijk dat de persoon in het zwembad naakt was. Hij dreef doelloos rond in het zwembad terwijl de andere persoon het zat te aanschouwen.

Niet veel later werd het pas duidelijk, dat ik diegene was in het zwembad. De blote billen herkende ik. De haarloze rug en de lange armen. Godver. Wat deed ik daar? Waarom was ik het in het zwembad? Wacht. Wacht.

Het werd steeds duidelijker dat mijn lichaam levenloos in het zwembad dreef en de andere persoon… was Damian. Ondertussen was ik zo dichtbij dat ik Damian’s eindeloze lach kon horen. Hij lachte mij uit. Hij lachte mijn levenloze naakte lichaam uit, hij lachte mijn bestaan uit.

Met grote kracht viel ik in het zwembad en zonk naar beneden. Ik zwaaide met mijn armen in de hoop dat ik lucht kon happen, maar hoeveel ik ook beweeg. Ik bleef zinken. Mijn naakte lichaam, die ondertussen werd vergezeld door lege flessen alcohol, werd steeds verder van mij verwijderd en uiteindelijk verscheen Damian’s gezicht over de rand. Hij keek mij recht in mijn ogen aan en bleef lachen.

Ik probeerde te schreeuwen.

Maar er was geen geluid.

Met al mijn kracht probeerde ik te bewegen, maar dat zorgde ervoor dat ik sneller zonk.

Ik zonk.

Zo diep.

Totdat er geen lucht meer in mijn lichaam zat.

Vorige post Volgende post