7.2 Het voelt alsof er hier ergens een sperma grap past, maar ik ben te moe

Photo by Leonardo Glauso

Scroll this

Fijn dat je er nog bent. Het is goed om je hier te hebben. Je bent mijn kameraad in de eenzaamheid, mijn stilzwijgende getuigen waar ik mijn woorden naar toe kan gooien. Het helpt. Oprecht. Je bent een goed persoon. Überhaupt dat je de tijd neemt om naar een dwaas zoals ik te luisteren. Zelfs bij jou praat ik mijzelf aan dat ik je niet verdien. Het voelt eerlijker als ik mij aansluit bij jouw stilte, zodat we samen woordeloos naar het leven kunnen kijken.

Maar ik kan het niet laten. Het moet eruit. Het moet. Anders explodeer ik en ik ben bang voor de dingen die ik misschien daardoor ga doen. Ik heb me in proberen te houden, oprecht. Maar het is nu weer een tijdje geleden dat ik jou heb gesproken en er is zoveel wat ik je moet vertellen.

Laat me beginnen bij Katie. Herinner je haar nog? Ik had over haar verteld toch? Ze is verhuisd naar Amsterdam. De enige reden dat ik het wist was omdat ik haar Social Media profielen dagelijks in de gaten hield. Op Facebook zag ik dat ze een kamer zocht. Ene Jim had tegen haar gezegd dat ze hem een bericht moest sturen en toen ik dat las werd ik gevuld met jaloezie. Zou dat haar nieuwe liefde zijn? Zou dat de jongen zijn die mij zal vervangen? Verdomme. Ik werd zo paranoïde, ik werd gek. Overal zag ik bedreigingen die haar van me weg zouden nemen. Snap je wat ik bedoel? Heb jij je ook ooit zo gevoeld? Wees eerlijk. Ik ben nu ook eerlijk tegen je. Oh, wacht. Je bent iemand van de stilte. Stom van me. Stom, Bob. Verdomme, jongen, houd je hoofd erbij.

Haar nieuwe kamer zag er mooi uit trouwens. Ze had foto’s gepost op Facebook. Oh, wat zag ze er trots en blij uit. ‘’Een nieuw begin’’ had ze in haar caption gezet. Misschien was dat het ook voor haar. Ook al zag de kamer er klein uit, het was volledig in haar stijl. Ik wist gelijk dat ze daar een klein stukje van haar geluk zou vinden, dat had ze verdiend. Al helemaal na de bullshit waar ik haar eindeloos doorheen had gesleept. Toch vroeg ik me af of Jim daarin een rol had gespeeld. Ik was bang dat haar zoektocht naar een nieuw begin haar gelijk in de armen had geduwd van een ander.

Ik weet het. Ik weet het. Op dat moment was ik haar al kwijt. Maar ik betrapte mijzelf er regelmatig op dat ik nog hoop had dat we weer bij elkaar zouden komen. Dat we deze periode in onze oude jaren zouden omschrijven als een belachelijk iets. Dat ik later zou lachen om de angsten en eenzaamheid die ik toen had gevoeld en tevreden naar haar kon kijken als mijn eeuwige liefde.

Rustig maar. Ik zie jouw blik al verschieten. Liefde werkt niet altijd zo. Maar wellicht zou het deze keer wel zo werken. Een jongen mag dromen toch? Hij mag hopen dat de reünies die hij in zijn hoofd heeft gecreëerd op magische wijze ook werkelijk zouden worden. Damian had daarin geloofd. Ik wist het zeker. Zo’n positieve jongen was hij en ik had hem ook zeker kunnen gebruiken in deze tijd.

Soms kijk ik ook nog op zijn Facebook profiel. De eerste keer voelde vreemd aan. Zijn profiel leek nog zo normaal, alleen een beetje inactief. Het kwam eerder over alsof hij simpelweg geen interesse in Social Media had dan dat hij dood was. Er stond nog een foto met mij op. Het was de enige foto die ik ooit met hem samen had genomen. Hij had 83 likes gekregen. 83. Dat is veel toch? Ik heb werkelijk geen idee, zelf was ik nooit iemand van de Social Media geweest. Maar drieëntachtig klinkt als veel. Hoe zou het zijn gekomen? Zagen al die drieëntachtig mensen de pracht van de avond? De vriendschap die tussen mij en hem aan het bloeien was. Zagen zij iets waar ik zelf te blind voor was? Was het iets sinisters? Stond op dat moment de ijskoude zeis van Magere Hein al op zijn keel en zagen die drieëntachtig mensen dat? Verdomme.

Zie je hoe erg ik mijzelf martel? Zie je hoe erg ik twijfel?

Ik vraag me wel eens af waarom ik eindeloos naar die foto staar. Het is ondertussen een artefact, een doodgebloede tijd, een teken van hoe dingen ooit waren maar nooit meer kunnen zijn. Waarom doe ik het? Weet jij het?

Er dansen zoveel vragen door mijn hoofd, maar antwoorden vind ik niet. Ik denk dat ik ze niet verdien. Zo voelt het af en toe. Alsof mijn leven een grote onbeantwoorde vraag is, geplaagd door abrupte eindes en oppervlakkige porno.

Pornografie. Dat is nog iets wat ik je wil vertellen. Ik masturbeer meer dan ik eigenlijk moet. Sorry. Mijn masturbatie gewoonten is wellicht het laatste wat je van mij wil horen. Maar ook dit moet eruit. Het voelt alsof er hier ergens een sperma grap past, maar ik ben te moe, te afwezig om je te vermaken met puberale grappen. Het masturberen voelt ook anders. Het is niet meer gedreven door genot. Eigenlijk voel ik me tijdens de hele serenade met mijn eigen lichaam niet eens meer geil. Maar toch blijf ik het doen. Ik heb niets beters te doen. Het houdt me even bezig en aan de andere kant is dat het enige stukje zelfliefde wat ik mijzelf kan geven.

Het is ongezond.

Maar het gaat wel weer over.

Toch?

Wacht. Ik moet gaan. Katie heeft iets op Instagram gepost. Dit is even een momentje. Dit moet ik alleen doen. Ze is uiteten. Ze ziet er goed uit. Ze is gin-tonic aan het drinken. Wacht. Ze hield nooit van gin-tonic. Misschien is ze toch veranderd.

Ik ga voor mijzelf ook maar eens iets inschenken. Het is ondertussen een gewoonte geworden om te drinken als ze iets post. Gelukkig post ze regelmatig. Elke keer proost ik op haar. Op haar nieuwe geluk, op haar vooruitgang en op de hoop dat ze me niet zal vergeten.

Vooral dat laatste.

Maar het lijkt erop alsof jij de enige bent die me nog niet bent vergeten.

Vorige post Volgende post