7.20 Mannelijke ego’s en je leven als een grap beschouwen

Photo by Peter Olsson

Scroll this

Soms vraag ik mijzelf af of het leven wat ik leefde wel echt bestond. Het was een uitvlucht om te bedenken dat ik misschien in een coma lag en alles wat ik ervaarde maar een langdradige nachtmerrie was. Dat ik op een dag wakker zou worden, terug in mijn eigen leven, en dit allemaal maar weg kon vegen als een nare illusie. Oh, ik stelde me ook voor hoe mijn ‘werkelijke’ leven eruit zou zien. Ergens hoopte ik dat ik toch een onderdanige was van het burgerlijke leven. Een liefdevolle familie, trage zondagen gevuld met wandelingen en warme chocolademelk. Een klein appartementje ergens in een vergeten stad met een vriendin, die net zo burgerlijk zou zijn als ik. Een leven zonder drugs, zonder lange nachten en bezoekjes aan de Mathildelaan. Ik begon ernaar te smachten.

Af en toe kneep ik in mijn arm in de hoop dat ik niets zou voelen. Dat zou alleen maar bewijs zijn dat ik in een donker hoekje van mijn brein verkeerde, in plaats van dat ik me in de werkelijkheid bevond. Maar telkens voelde ik die bijtende pijn en ging teleurgesteld verder met het leven waar ik zo graag van wilde ontsnappen.

Dat is ook precies wat ik deed toen ik voor Layana’s deur stond. Ze woonde in een rijtjeshuis in Het Ven. Waarom ik precies op haar aanbod was ingegaan bleef onduidelijk, maar alsnog stond ik voor haar deur. Misschien had ik niets beters te doen, of zag ik haar toch als een mogelijkheid om een normaler leven te krijgen, voor zover dat nog mogelijk was.

Heel de situatie met Layana voelde surreëel aan. Ze sprak mij aan, nodigde me uit om bij haar te eten. En voor wat? Omdat er ‘verdriet’ om mij heen hing. Wat betekende dat nou? Ik twijfelde om de deurbel in te drukken, want misschien was het wel een rode vlag, een signaal dat zij een persoon was waar ik juist mijlenver van weg moest blijven.

Wat het ook was, het maakte niet uit, want ik drukte de deurbel in. Het duurde even voordat ik iets aan de andere kant hoorde, maar na enkele keren knipperen stond zij in de deuropening.

Ze begroette me als een oude bekende: ‘’Heeeey’’ en ze omhelsde me. ‘’Je bent toch gekomen!’’ zei ze met enthousiasme. Stilletjes knikte ik. ‘’Kom binnen.’’ Ze deed een stap opzij en herhaalde haar woorden nog enkele keren. ‘’Kom binnen, kom binnen.’’

Haar huis zag er strak en verzorgd uit. Het was een eengezinswoning maar alles hintte ernaar dat ze daar alleen woonde. Ze duwde me een glas witte wijn in handen en liet daarna een stilte vallen.

‘’Hoe heet je eigenlijk?’’

‘’Bob.’’

‘’Ah.’’ Met enige teleurstelling keek ze mij aan. ‘’Wat een anticlimax. Ik had een hele andere naam in mijn hoofd.’’

‘’Sorry.’’  Ik nam een slok van mijn wijn.

‘’Nee. Nee.’’ Begon ze te verklaren. ‘’Ik vind je meer een Yorik of een Lars.’’

Dat beledigde me lichtelijk. ‘’Ik vrees dat ik gewoon Bob heet.’’

‘’Ach, dat maakt niet uit. Je bent hier vanavond, dat is wat telt!’’

‘’Waarom eigenlijk?’’

‘’Waarom wat?’’

‘’Waarom heb je mij uitgenodigd? Je kent me helemaal niet. Voor hetzelfde geld ben ik niet goed in mijn hoofd en steel ik alles wat waardevol in dit huis is.’’

‘’Je bent niet het stelende type.’’

‘’Hoe weet jij dat nou?’’

Ze haalde haar schouders op.

‘’Mensenkennis.’’ Dat was haar verklaring. Één woord. Mensenkennis.

‘’Maar je bent ook gekomen.’’ Voegde Layana eraan toe. ‘’Waarom is dat dan?’’

‘’Ik kan een gratis maaltijd toch niet afslaan, hè?’’ Verzon ik maar ter plekke, al had ik voor mijzelf nog geen antwoord op die vraag. Het dichtste dat ik kwam bij een antwoord was simpelweg eenzaamheid. Eenzaamheid en gratis eten.

Mijn antwoord leek haar te amuseren.

‘’Je bent een grappige jongen, Bob. Weet je dat?’’

‘’Ja, dat klopt. Daarom is heel mijn leven een grote grap.’’

‘’Grappig en melancholisch. Een gevaarlijke combinatie.’’

Ik lachte eventjes naar haar, maar besloot er verder niet meer op in te gaan. Zonder iets te zeggen stond ze op en liep de woonkamer uit, ik nam aan om naar de keuken te gaan. Er kroop enig ongemak in me om alleen in haar woonkamer te zitten. Ik dronk het glaswijn leeg en bedacht me dat het een goed excuus was om haar te volgen.

In de keuken stond ze in iets te roeren.

‘’Sorry.’’ Begon ik en Layana schrok lichtelijk. ‘’Kan ik nog wat wijn hebben?’’

Ze keek naar mijn glas. ‘’Je hebt er zin in vanavond, hè?’’ en greep naar een fles in de koelkast. Met enige charisma vulde ze mijn glas en keerde haar aandacht weer terug naar het fornuis.

Het was opnieuw stil en ik probeerde logica uit heel de situatie te halen, maar die was nergens te bekennen. Uiteindelijk zuchtte ik: ‘’Ik ben hier niet om seks met je te hebben. Het is maar even dat je het weet.’’

Sarcastisch zuchtte ze: ‘’Verdomme zeg. Daar gaat mijn kans.’’ Ze keerde zich om, leunde tegen het aanrecht aan en observeerde mij. Haar ogen stonden strak op mijn lichaam gericht. ‘’Nah, je bent sowieso te jong voor mijn smaak.’’

‘’Oké.’’

‘’En te dun. Echt te dun. Wanneer is de laatste keer dat je hebt gegeten?’’

Ik haalde mijn schouders op.

‘’Waarom ben ik hier?’’

‘’Dat heb je net al gevraagd toch?’’

‘’Klopt, maar je gaf niet een duidelijk antwoord. Dus opnieuw, waarom ben ik hier? Het lijkt me niet dat je elke dag gasten van de straat plukt om hier te komen eten. Althans, dat hoop ik niet, anders ga ik me een stuk minder speciaal voelen.’’

‘’Ah.’’ Klonk er opnieuw met haar sarcastische toon. ‘’Wordt jouw egootje anders gekrenkt?’’

‘’Die heb ik niet.’’

Ditmaal keek ik haar strak aan, wachtende op een goede verklaring.

‘’Zoals ik al in de bus zei, je hebt verdriet om je heen hangen. Ik wil je gewoon helpen. Dat is alles.’’

‘’Ik heb geen hulp nodig.’’

‘’Dat is echt zo’n typische mannending om te zeggen.’’

‘’Misschien is het ook zo.’’

‘’Als je dat wil geloven.’’ Zonder enige interesse voor het gesprek draaide ze om en begon weer verder met roeren. Ik realiseerde me dat als ik zo doorging, het zou eindigen in ruzie en begon mijzelf af te vragen of dat echt was wat ik wilde. Tenslotte was ik bij iemand thuis die voor mij wilde koken. Kon ik niet beter pakken wat ik kon krijgen zonder al te veel vragen te stellen?

Want wat had ik tenslotte anders te doen?

Vorige post Volgende post