7.31 Een zielloze dag voor een zielloos persoon

Photo by Federico D'Amico

Scroll this

7.30 nog niet gelezen? Geen zorgen, die vind je hier

Nieuw tot het verhaal? Begin dan bij 1.1.


Haar hand ging door mijn haren heen. Het duurde even voordat ik me realiseerde waar ik was. Maar toen ik eenmaal in Layana’s ogen keek wist ik precies waar ik me bevond. Haar tapijt was inmiddels meer een moeras van uitgebraakte whisky en koffie dan tapijt maar het leek haar niet te storen. Het enige wat ze zei was: ‘’Het komt goed.’’ Ze hielp me omhoog en begeleidde me naar het toilet waar ik de rest van mijn maaginhoud looste. Het enige wat ik tussen de brakende geluiden wist te zeggen was: ‘’Het spijt me van je tapijt.’’ Waarop ze met dezelfde warmte me geruststelde en grapte dat ze het toch al wilde vervangen.

De rest van de dag sliep ik. De dromen waren minder heftig dan daarvoor. Het narratief was volledig verdwenen en het enige dat overgebleven was waren onlogische vormen en zinnen die door mijn hoofd spookten. De volgende ochtend werd ik pas wakker. De uitdroging en de hoeveelheid whisky hadden hun tol geëist en met een zeurende hoofdpijn en zwaar voelende ogen zag ik Layana aan de ontbijttafel zitten. Ze keek op, lachte en keerde terug naar haar kom yoghurt. Met een kop koffie en een diepe zucht ging ik tegenover haar zitten.

‘’Het gesprek ging zeker niet zo goed gisteren.’’

Ik keek haar aan en met enige schaamte schudde ik nee.

‘’Ach. Er zullen meer gesprekken komen.’’

Met beiden handen omarmden ik de kop koffie, lachte schroom naar Layana en staarde de verte in. Het was lang geleden dat ik me zo kut had gevoeld door de alcohol. Maar het was voor het eerst sinds een lange tijd dat ik me daadwerkelijk schaamde voor mijn acties en een stemmetje in mijn hoofd preekte dat er nu echt verandering moest komen. ‘’Hebben ze nog iets laten weten eigenlijk?’’

‘’Weet ik niet.’’ Klonk er met een schorre stem vanuit mijn kant. ‘’Ik heb niet op mijn mobiel gekeken.’’

Ze nam een hap, knikte en liet de lepel terug in de kom vallen. Iets aan dat beeld gaf me een angstig gevoel, maar ik was te vermoeid om er daadwerkelijk iets mee te kunnen doen. ‘’Misschien moet je even keken.’’ Suggereerde ze. De koffie smaakte anders dan normaal en de warme stroom zorgde dat mijn maag opnieuw in beweging kwam. Ik schraapte mijn keel, in de hoop dat ik ongemerkt de boer van gal kon verbergen maar het hielp niet. Onbedoeld klonk er een luidde, gasachtige boer door de kamer. Het bracht de smaak van whisky en braaksel terug in mijn mond.

Layana keek op, staarde me even aan en het enige dat ze zei was: ‘’Smakelijk.’’ Voordat ze terugkeerde naar haar kom yoghurt. De rest van de ochtend was stil. Layana deed haar ding en ik de mijne. Nadat ze naar het werk was vertrokken besloot ik om op te ruimen, in de hoop dat ik weer een klein beetje terug kon komen in haar goede gratie. Ik kwam de fles whisky tegen op de koffietafel. Eventjes twijfelde ik om een teug te nemen maar de gedachte bracht alleen maar meer misselijkheid met zich mee. Maar het zette me ook aan het denken. Ik grinnikte even bij de gedachte dat dronken worden echt nog een oplossing was. Hoe dom was ik al die tijd? Het was pas toen dat ik me besefte dat het drinken enkel maar olie op het vuur was en niets oploste. Het maakte dingen alleen maar erger.

Wat zag ik toch al die tijd in de fles? Waar zocht ik naar? Streefde ik een perfecte onhaalbare dronk na? Een avond waarin de alcohol, mijn gedachtes en de wereld in een ideale parallel zouden staan? Een droom waarin de alcohol wel de oplossing was?

Ik schold de fles uit. Liep naar de wc en spoelde het restant whisky door en terwijl het water door de pot stroomde verschenen er verschillende verstopte restanten van mijn braaksel die samen met de whisky verdwenen. Poëtischer kon het niet zijn. Pas in de loop van de middag had ik heel het huis schoon gemaakt. Het tapijt was de grootste klus. Met de tuinslang probeerde ik het helemaal uit te spoelen maar dat leek het alleen maar meer te beschadigen. Ondertussen was de buurman begonnen met de barbecue aan te maken, enkel de geur van de kolen veroorzaakte meer misselijkheid in mij. Dus ik begon een spel met mijzelf te spelen. Met de tuinslag sproeide ik af en toe over de schutting en ging tellen hoelang het duurde totdat de buurman iets liet merken. 12 keer. Dat was de uitslag. Eerst begon het met een luidde: ‘’Hey!’’ gevolgd door een ‘’Wil je alsjeblieft oppassen met de tuinslang?’’ en pas na een geïrriteerde: ‘’En nu kappen, hè!’’ besloot ik om ermee op te houden. Het plezier in het spel was toch aan het afzwakken en het laatste wat ik moest doen was een burenruzie veroorzaken.

Om vier uur zette ik de TV aan en staarde doelloos naar Telsell. Ik begon mijzelf af te vragen of mensen het daadwerkelijk kochten. Op de bank zat een grote, lichtgekleurde vlek wat schijnbaar nog een achterblijfsel was van mijn brakende escapade en als straf dwong ik mijzelf om er midden in te zitten.  Het einde van de dag naderde alweer en ik kon niets anders denken dan dat het een zielloze dag was voor een zielloos persoon.

Het was pas toen mijn telefoon afging tussen de kussens van de bank dat ik uit mijn gedachtes getrokken werd. Het duurde even voordat ik hem vond en zag dat een onbekend nummer mij belde. Ik keek vluchtig naar de TV en twijfelde of ik mijn Telsell avontuur wel wilde onderbreken maar besloot om toch op te nemen.

Het was de jongen van het kantoorbaantje. Zijn naam was Geert schijnbaar en met een iets te enthousiaste toon kondigde hij aan dat ik was aangenomen. Mijn eerste reactie was een verbaasde maar monotone: ‘’Waarom?’’


Lees 7.32

Foto door: Federico D’Amico