8.23: Als kers op de taart is het leven het ultieme onoplosbare probleem.

Photo by Brooke Olimpieri

Scroll this

8.22 nog niet gelezen? Geen zorgen, die vind je hier

Nieuw tot het verhaal? Begin dan bij 1.1.


De klok tikte door. Wie was ik? Waar ging ik naar toe? Wat was de betekenis van dit volledige circus? Het leven voelde aan als een montage, ik knipperde een keer en de volgende dag was aangebroken. Ik lachte, zat in de kroeg, was omringd door mensen en de volgende seconde leek ik weer verdwaald in de eenzaamheid. Ik werd ouder. Althans, mijn legitimatie zei het, maar zo voelde het niet. De tijd stond stil terwijl hij aan het passeren was. Mijn ziel was in zijn eentje aan het dansen door een blauwe mist worstelend met de eeuwenoude levensvraag over wat de fuck ik aan het doen was.

Het leven voelde incompleet, alsof er een puzzelstukje miste. Layana haar antwoord was simpel: ‘’Vindt het ontbrekende stukje.’’ Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe vond je iets als je niet weet wat het is dat je kwijt bent? Ook in haar diepe kastanjebruine ogen zag ik donkere wolken in de verte, maar telkens als ik ernaar vroeg wist ze de vraag te ontwijken.

‘’Wat is er aan de hand?’’ zou ik vragen.

‘’Niets.’’ Was het antwoord.

‘’Echt?’’

‘’Ja, Bob.’’ Haar arm zou met een licht verborgen nervositeit bewegen, een soort ongecontroleerde stuiptrekking, die haar alsnog wist te verraden ‘’Maak je maar zorgen om jezelf.’’

‘’Dat heb ik al lang genoeg gedaan. Het is saai geworden. Ik verveel me. Laat mij me zorgen om jou maken, wellicht wordt het leven dan wat interessanter.’’

‘’Er is niets om je zorgen over te maken.’’

‘’Jawel.’’

‘’Hoe weet je dat?’’

Op dat moment zou ik dan mijn schouders ophalen, op de achtergrond zou de antieke klok, die Layana zo adoreerde, verder tikken. ‘’Intuïtie, een zesde zintuig, zwarte magie. Kies jouw favoriet en dat is het antwoord.’’

 ‘’Je zit problemen te zoeken waar ze niet zijn, Bob.’’

Er verscheen een geforceerde grijns op mijn gezicht, waarna ik naar voren leunde voor de theatrale nadruk. ‘’Kunnen we inmiddels niet bevestigen dat het deel uitmaakt van mijn karakter?’’ Ik keek haar opnieuw in haar ogen aan, met de laatste schrijntjes van eerlijkheid en oprechtheid die in mijn lichaam schuilde. ‘’En laten we eerlijk zijn, we leven voor problemen. Kan jij je een leven voorstellen zonder problemen? Zonder enige zorg in de wereld? Een bestaan waar altijd de zon schijnt en iedereen blij is? Hoe fucking saai moet dat zijn. Geef mij maar een wereld waar Molotov Cocktails bestaan en de dood op elke straathoek staat te wachten.’’

‘’Je loopt weer onzin uit te kraaien.’’

Ze stond op van de eettafel en probeerde het gesprek te verlaten.

‘’Je forceert me om dat te doen.’’ Er verscheen een klein lachje op haar gezicht. Ook al stond ze met haar rug naar mij toe, ik zag het. Het zat verborgen in haar lichaamstaal. Het werd schreeuwend aangekondigd door de manier waarop ze stopte en sierlijk omdraaide terwijl ze de uitdrukking op haar gezicht probeerde te verbergen.

Een zucht vloog met geweld de kleine huiskamer in terwijl ze met enige tegenzin terugkeerde naar de eettafel. Als automatisme stond ik op, haalde een fles wijn uit de keuken gepaard met twee wijnglazen. Ik dacht er niet eens meer bij na. De tijd van de dag had er ook geen inspraak in. Het was het gewicht dat om haar heen hing die me vertelde dat de warmte van een Merlot het zou verlichten. Inmiddels was het een ritueel geworden. Gesprekken over het leven, of beter gezegd de zin van het leven, de zoektocht naar geluk, en de vraag wat we met ons bestaan moesten doen ging altijd onder begeleiding van rode wijn.

Ik schonk de glazen in en nam vervolgens zelf een grote slok zonder mijn ogen van haar af te nemen. Met enige zwaarte in mijn stem zei ik: ‘’Dus, wat is het probleem?’’

Haar ogen sloegen naar beneden alsof ze een plotselinge schuldbekentenis uitte. Het leek bijna alsof ze verwachtte dat de enige uitkomst uit dit gesprek diepe teleurstelling was. Op de een of andere manier maakte dat het juist alleen maar interessanter. Een enthousiasme stroomde woest door mijn aderen terwijl ik hunkerde naar de bekentenis. Problemen waren het vuur van het leven en iets in mij snakte ernaar. De chaos, de emoties, de puurheid ervan. Oh. Het was alleen op zulke momenten dat ik me werkelijk levend voelde. Ongezond was het zeker. Maar een dwaas had af en toe een hit nodig, een herinnering aan wat het leven kan zijn als alle saaiheid en eentonigheid was weggeëbd. Ja. Op een bepaalde manier waren problemen juist het kloppende hart van het bestaan, zodra ik oog in oog met eentje stond voelde elke cel in mijn lichaam weer volledig wakker aan. De wind voelde intenser, gesprekken leken diepgaander, en mensen leken meer mens.

Ja. Noem me een pessimist, want het liefst zie ik overal problemen. Bossen gemaakt uit complicaties, stormen vol met dilemma’s en plot twists, bergen met de hoogste toppen gecreëerd uit drukkende moeilijkheden, legers vol met ‘maar’en’, en bommen gevuld met ‘nee’en’ met als kers op de taart dat het leven het ultieme onoplosbare probleem was.

Oh. Ik had medelijden met Layana. Hoe gek het ook mocht klinken. Achter al het enthousiasme zat de onzichtbare ketting van medelijden verborgen. Ze zag er op dat moment kwetsbaar en fragiel uit, een verborgen zijde van haar persoonlijkheid zag voor het eerst sinds een lange tijd het ruwe daglicht. De persoon die altijd een antwoord leek te hebben, leek op dat moment geen antwoord meer voor haarzelf te hebben.

Haar woorden verlieten op een laag volume en met een onzekere toon haar mond. ‘’Bob.’’ Zei ze. ‘’Ik vraag me gewoon af wat ik moet doen. Niet per se met een probleem an sich, maar meer met de vraag wat ik met het leven aan moet. Ik kan er gewoon geen vrede mee krijgen dat dit het is. Het werken, de schare weekenden, en de constante herhaling van dezelfde dag.’’ Ze pakte haar wijnglas met twee handen vast. ‘’Ik ben langzaam gaan begrijpen dat jij je afvraagt of dit het is, want zo voel ik me ook. Dit kan het toch niet zijn?’’

Mijn enthousiasme ebde inmiddels weg. Kut. Had ik haar besmet? Was dit mijn schuld? Fucking hell. Had ik haar vergiftigd met mijn problemen? Dit was niet de bedoeling, het was nooit de bedoeling. Oh. Layana, je moest gewoon lachen en niet doen alsof alles oké was. Negeer het. Verberg het. Verdrink het in de Merlot. Rook maar een extra sigaret en verhul jouw melancholie achter de rookwolk. Je moet gewoon even sterk wezen, positief denken vertelde ze me altijd, wellicht mediteren. Boeddhisten deden het, misschien hadden ze iets ontdekt wat wij nog niet wisten. Het maakte niet uit wat je deed, zolang je mij maar niet volgde op de weg van het pessimisme.

Want het was een doodlopend eind.


8.24 Lees je hier

Ontvang elk verhaal elke week via What’s App met een losstaande tekst. Gebruik deze link om je aan te melden.

Wil je in de tussentijd meer lezen? Check dan Kyra’s Adventures, een van de essays die ik onlangs heb gepubliceerd of lees het eerste deel van La speranza è l’ultima a morire. Of luister de playlist die ik speciaal voor Bob’s Adventures heb opgesteld. 

Foto door: Brooke Olimpieri

1 Comment

Comments are closed.