8.30 Ik zuchtte. Ik steunde. Ik stierf en herrees uit mijn eigen as.

Photo by Diego Triplab

Scroll this

8.29 nog niet gelezen? Geen zorgen, die vind je hier

Nieuw tot het verhaal? Begin dan bij 1.1.


Doorbreek patronen zei Melissa. Oh. Het leek zo makkelijk. Bekijk wat je altijd deed en doe het plotseling anders. Dat was een stap richting de oplossing beweerde ze. De klok tikte verder, de tijd verminderde langzaam, elke seconde die ik verspilde was een seconde die ik nooit meer terug zou krijgen. In mijn achterhoofd klonk de klok opnieuw. Tik. Tik. Tik. Hij telde af totdat ik niet meer bestond, totdat ik vergeten zou worden, totdat ik voet zou zetten in het niets en er nooit meer uit zou komen.

Verdomme.

Er waren zoveel opties, zoveel mogelijkheden in het leven, maar wat waren de goede!?

Ik had stress.

Niet omdat er deadlines waren, niet omdat ik ergens zenuwachtig voor was, ik streste me om mijn bestaan en de vraag of ik de tijd nuttig besteedde. Oh. De onmenselijkheid van alles. De vloek van het leven was dat je wist dat het ging eindigen. Wat moest ik doen? Wat moest ik fucking doen!? De goede keuze moest zich verschuilen in de verwarrende mist van alles, maar waar was die!? Wat was die!?

Ik werd langzaam panisch. De waanzin zong in mijn hoofd als een woeste, genadeloze schatering, alsof die genoot van de verwarring, alsof ik eindelijk in zijn hol was gevallen waar ik nooit meer uit zou komen. Ik probeerde rustig na te denken wat ik nou wilde uit het leven. Rust. Dat was het. Rust en vrede, zodat ik kon wegrotten in een donker hoekje van de aardbol. Nee. Dat was het niet. Ik strafte mijzelf weer af. Misschien moest ik een biertje hebben. Wellicht zou dat helpen.

Ik zat met mijn gezicht in de koelkast en staarde naar de ijskoude flesjes Hertog Jan die waren opgeslagen in de groentelade. Mijn hand ging er langzaam naar toe, zweefde boven het bier, waarnaar ik weer werd geconfronteerd met de twijfel. Er verscheen een grijns op mijn gezicht, ik stak mijn wijsvinger in de lucht en schreeuwde als een krankzinnige: ‘’Patronen!’’ Overwonnen gooide ik de koelkastdeur dicht met een gevoel van controle. Ik was weer terug bij af, maar tegelijkertijd ook niet. Een weg was geëlimineerd. Dat was de weg van het ijskoude bier, van de ontsnapping van mijn gedachtes, van de glazige-ogen en gefragmenteerde herinneringen. Maar terwijl mijn gedachtes opnieuw het pad op gingen werd ik verleid. Het was zo makkelijk. Ik hoefde het alleen maar uit de koelkast te pakken, het dopje met mijn aansteker te verwijderen en er zou na de eerste slok weer kalmte zijn.

Wat hield me tegen?

Ik was leegteman, een belabberd excuus voor een mens, de koning van het loser zijn; waarom kon ik het niet omarmen?  Wat was die stille verlegen hoop in mij toch? Dat verlangen naar een ander leven? Kon die zich niet gewoon stil houden en mij mijn ding laten doen, opgaan in het hedonisme verdrinkend in schulden, betekenisloosheid en eeuwige katers?

Cirkels. Ik bleef in cirkels gaan, alsof een hond die zijn eigen staart maar probeerde te vangen. Zielig, treurig en smekend voor een fractie van medelijden. Oh. De verleiding kwam terug. Ik liep weer naar de koelkast en staarde naar de flesjes, maar een stemmetje in mijn hoofd zei dat ik het niet moest doen, maar waarom wilde ik het toch zo graag?

Al zuchtend en gefrustreerd wreef ik door mijn gezicht. Ik had vaker verklaard dat ik mijn geestelijke gezondheid was verloren, maar nu leek het heftiger dan ooit, dat het zover was. ‘’Nee!’’ schreeuwde ik het niets, hopend dat ik de autoritaire stem kon zijn die me terug naar het normale zou roepen. Geforceerd sloot ik de koelkast, goed wetende dat ik nog steeds dat biertje wilde. Veel mensen vertelde me dat ik liever voor mijzelf moest zijn, maar ergens had ik het gevoel dat ik dat teveel deed. Het werd tijd om hard voor mijzelf moest zijn. Een zero-bullshit beleid. Ik moest de zweep over mijn eigen rug laten gaan, pijn lijden, bloeden, alles voor de wapperende vlag van progressie.

Ik ging op de bank zitten. Een deel van mij voelde zich goed dat ik de verleiding had weerstaan, de impuls had beheerst en nu nuchter in de woonkamer zat. ‘’Maar wat nu?’’ dacht ik. Mijn intuïtie wilde het succes vieren met een biertje maar de pure ironie in alles zorgde ervoor dat ik hardop moest lachen. Oh. Als iemand mij kon zien op dat moment zou die direct 112 hebben gebeld en me voor eeuwig hebben opgesloten. Ik durfde niet in de spiegel te kijken, ik vreesde de warrige blik in mijn ogen. Het was een stille crisis. Ik moest mijzelf afleiden. Ik moest een plan smeden. Ik moest betekenis voor mijzelf creëren, ook al zou het in de loop van jaren maar een illusie blijken. Het was nodig.

Ik pakte boeken in mijn hand, in de hoop dat ze me antwoorden zouden geven, maar al snel gooide ik ze weer weg. Ik zette muziek op, in de hoop dat er een zin zou inzitten die alles voor mij zou ontrafelen, maar die kwam maar niet. Uiteindelijk ging ik maar door al mijn spullen die in Layana’s huis lagen. Sommige dingen snapte ik niet dat ik ze nog had. Oude schriften van mijn HBO verleden, aantekeningen van de universiteit. Boeken over accountancy, filosofie die ik niet snapte en een oud versleten Nirvana shirt, stinkend naar sigaretten rook en een subtiele walm van wiet, wat ik in jaren al niet meer had gedragen. Terwijl mijn ogen dwaalden door de kleine doos die al mijn bezittingen had besefte ik me dat ik al verschillende versies was geweest. De gast die zakenman wilde worden, omdat hij geld wilde. De jongen die dacht dat hij door filosofie te lezen wijzer werd, wellicht het mysterie van alles beter zou begrijpen en het kind dat alles wat autoritair was, van zich af wilde duwen. Die dag was ik niemand, maar ik had de keuze om te beslissen wie ik werd. Die controle had ik. En de keuze had ik hard nodig.

Ik zuchtte. Ik steunde. Ik stierf en herrees uit mijn eigen as. De verleiding was groot om er maar een spel van te maken en het lot laten beslissen wie ik werd, maar dan zou het mijn keuze niet zijn geweest. Dan was ik enkel maar een gevolg van toevalligheid. Zoveel mogelijke keuzes. Wie was ik? Wat was ik? Waarom was ik!?

In een poging van rationaliteit probeerde ik als een volwassene alle opties en gevolgen te overwegen, maar het enige wat naar boven kwam was een verlangen naar het ijskoude biertje in de groentelade. Ik sloeg mijzelf in mijn gezicht. Liet de zweep in mijn hoofd weer afgaan, besefte me dat filosofie me alleen maar meer vragen zou opleveren, dat het Nirvana shirt weer een ontsnapping naar hedonisme was. Er bleef maar een optie over. Ik moest er stilletjes bij gapen, maar wellicht was dat een goed iets.

Terugkeren naar HBO met mijn propedeuse. Mij overgeven aan de kennis. Of ik er iets aan had, zou later wel blijken, maar ik moest mijn kompas ergens op richten. Wellicht zou dit het patroon doorbreken. Misschien was dit een stap in de goede richting.

Uiteindelijk,

Kon ik altijd nog stoppen.

En alsnog dat biertje pakken.


Lees direct 8.31. Deze vind je namelijk hier.

Ontvang elk verhaal elke week via What’s App met een losstaande tekst. Gebruik deze link om je aan te melden.

Wil je in de tussentijd meer lezen? Check dan Kyra’s Adventures, een van de essays die ik onlangs heb gepubliceerd of lees het eerste deel van La speranza è l’ultima a morire. Of luister de playlist die ik speciaal voor Bob’s Adventures heb opgesteld. 

Foto door: Diego Triplab

1 Comment

Comments are closed.