8.36: Ik zie wat je bent, ik zie wie je bent, dus drop the act.

Photo by Jason Lee Parry

Scroll this

8.35 nog niet gelezen? Geen zorgen, die vind je hier

Nieuw tot het verhaal? Begin dan bij 1.1.


Hoe begin je een ontmoeting?

Welke woorden waren de goede woorden?

Ze zeiden altijd dat je maar jezelf moest zijn, maar op dat moment wist ik ook eventjes niet wie dat was. Ik was verdwaald in de mystiek van haar diep groene ogen en haar harde grommende g die voor mijn Eindhovense bestaan enkel maar confronterend maar tegelijkertijd zonder bullshit over kwam. Ze legde haar kin in de palm van haar hand terwijl haar elleboog op de van bamboe gemaakte tafel leunde. In de kroeg die ze had uitgekozen klonk vaagjes iets wat leek op Latijns-Amerikaanse jazz muziek en overal waar je keek wemelde het van kamerplanten. Ook in deze omgeving was ik buiten mijn comfortzone. Het enige waar ik naar kon snakken was een kroeg met een diepbruin gekleurde bar en het liefst de vage walm van sigarettenrook en een algemene perverse atmosfeer van opgedroogd bier en herinneringen die nog als obscure fragmenten door de hoofden van de aanwezige spookten. Beroofd van de logica van het moment en overschaduwd door een lichte onzekere schaamte.

Ik was ver van huis. Niet fysiek, want als ik wilde kon ik binnen een kleine twee uur weer voet zetten in de stad die ik in mijn hart zo haatte maar waar ik tegelijkertijd ook geen afscheid van kon nemen. Het was iets mentaals, iets abstracts, alsof ik eventjes in een compleet andere wereld was getreden die ik normaal gesproken alleen van de buitenkant zag. Er zat iets in Malou’s ogen dat ook verraadde dat ze hetzelfde dacht als ik.

Dat ik hier niet hoorde.

Dat ik buiten mijn natuurlijke omgeving was getreden.

Maar het sierde haar dat ze er niets van zei.

In plaats daarvan pakte ze met beide handen haar Gin & Tonic vast waar een eenzame komkommer schijf tussen een lawine van ijs door dobberde, leunde lichtelijk naar voren en zei: ‘’Dus…’’ Er ontstond een kleine stilte terwijl ik wachtte op haar volgende woorden maar toen bleek dat dit het enige was wat ze te zeggen had reageerde ik: ‘’Dat is het?’’

Met een verassende zelfvertrouwen zei ze: ‘’Ja.’’ Geen verdere verklaring, geen uitbreiding een simpele en dogmatische ‘’Ja’’ was alles wat ik kreeg. Het irriteerde me maar intrigeerde mij tegelijkertijd. Ik knikte uit ongemak terwijl op de achtergrond het slurpende geluid van Malou’s rietje klonk. Het enige wat ik wist te zeggen was een ‘’Oké’’ waarna ik realiseerde dat ik op dit moment geen haar beter dan haar was. Ook mijn woorden waren minimaal, kortaf en lichtelijk gedesinteresseerd.

Een zucht volgde, waarna onze ogen door de kroeg begonnen te dwalen. Een bui van ongemak stroomde over mij heen en het enige wat ik kon hopen was dat dat voor haar hetzelfde was. Met verveling in haar ogen nam ze een slok van haar drankje en gek genoeg bleef mijn blik gefixeerd op de vloeistof die langzaam uit het glas verdween.

‘’Vind je dat geil ofzo?’’

‘’Wat?’’

‘’Mij zien drinken.’’

‘’Niet bepaald. Wat een absurd iets om te zeggen.’’

‘’Jij bent diegene die zo obsessief naar mij keek terwijl ik aan het drinken was.’’

‘’Jezus! Wat is er mis met jou? Waar moet ik anders naar kijken?’’

Opnieuw nam Malou een slok.

‘’Dit windt jou op, he? Je mag het best toegeven.’’

Er verscheen een klein sinister lachje op haar gezicht en enig genot leek door haar blik schijnen. Een luidde zucht ontsnapte uit mij en met enig geweld wreef ik met mijn handen vermoeid door mijn gezicht. Ondertussen zag ik in mijn ooghoek de ober langslopen. In vogelvlucht probeerde ik de aandacht te krijgen.

‘’Ja.’’ Zei ik met determinatie in mijn stem. ‘’Mag ik van jou vijf shots, het maakt niet persé uit wat het is, het liefst whisky maar zolang het de tijd een beetje sneller laat gaan.’’ Ik keek naar Malou en ze zei: ‘’Ik wil helemaal geen shots, Bob.’’

‘’Ze zijn ook voor mij.’’

Ze zette opnieuw haar lippen aan het rietje en ik vervloekte haar om heel de beweging te seksualiseren maar eventjes kon ik aan niets anders denken. Tot mijn verassing keek ze de ober aan en bestelde vijf sambuca shots.

‘’Sambuca’’ lachte ik. ‘’Wie besteldt er nou sambuca?’’

‘’Een persoon die niet nuchter wil zijn terwijl de ander dronken wordt.’’

‘’Fair enough.’’ Zei ik. ‘’Fair enough.’’ En ging mijn tijd uitzitten totdat de verlossing in shotglaasjes zou arriveren.

De tijd duurde lang.

Sterker nog.

Het duurde een eeuwigheid.

We hadden niets om met elkaar te delen. Interesse leek er ook niet te zijn. Het enige wat we samen hadden was de discomfort van de stilte en een stille wens voor het passeren van de tijd. Zelden klonk stilte zo oorverdovend luidt. Eventjes waren mijn gedachten in mijn hoofd aan het schreeuwen. Ik wilde wegrennen. Onder de tafel schuilen. Als een krankzinnige de straat op dansen en zoeken naar de eerst volgende drugdealer die mij een zakje materiële verlossing zou kunnen aanbieden. Ik wilde de zon laten exploderen en de maan kidnappen

Maar het was niemand minder dan de dame in de rode zomerjurk die verassend een hand uit stak.

‘’Haat je dat?’’

‘’Wat?’’

‘’Stiltes.’’

Ik knikte.

‘’Weet je wat het is met stiltes, je hoort ineens alles van jouzelf. Jouw gedachten, jouw onzekerheden en de twijfels.’’

Malou leunde naar achteren. Sloeg een been over de ander en liet een luidde lach uit. ‘’Wat een bullshit. Meen je dit nou, Bob?’’  Ondertussen kwamen de shots aan en met verlegenheid dronk ik de eerste zodra die de tafel raakte.

‘’Gaan we niet meer proosten?’’ Zei ze met enige belediging. ‘’Ach. Wat kan ik verwachten van een gast die zo zacht is.’’

Ik wist niet of het de alcohol was die ik achterover had geslagen of dat mijn irritatie een niveau had bereikt maar een schok van energie en scherpheid schoot door mijn lichaam. Ik plaatste beidde ellebogen op tafel, keek haar aan en zei: ‘’Werkt deze houding voor je? Of is het maar een schild van jouw eigen onzekerheid? Ergens kan ik het wel begrijpen, het is makkelijker om iedereen weg te duwen, jezelf boven andere te plaatsen zodat je jouw eigen gebrek nooit hoeft in te zien.’’ Ik pakte ondertussen het tweede glaasje in handen. ‘’Ik kan je niet echt beoordelen, hell, ik heb lange tijd hetzelfde gedaan.’’ Ondertussen verdween opnieuw de whisky in mijn mond. Nadat ik het glaasje op tafel neer had gezet wees ik haar aan. ‘’We lijken meer op elkaar dan je denkt. Dat is beangstigend. Confronterend misschien. Maar ik zie wat je bent, ik zie wie je bent, dus je kan de act droppen en samen met mij redden wat er van deze avond nog te redden valt.’’


Als je toch bezig bent, lees dan direct 8.37.

Ontvang elk verhaal elke week via What’s App met een losstaande tekst. Gebruik deze link om je aan te melden.

Wil je in de tussentijd meer lezen? Check dan Kyra’s Adventures, een van de essays die ik onlangs heb gepubliceerd of lees het eerste deel van La speranza è l’ultima a morire. Of luister de playlist die ik speciaal voor Bob’s Adventures heb opgesteld. 

Foto door: Jason Lee Parry