Extra: 2.13 (2) Vrijheid was mijn verlossing van bestaan

Photo by: Cesar Love Alexandre

Scroll this

Wat betekende vrij zijn nou echt?

Was vrijheid het houden van langdurige barbecues met mijn vrienden terwijl ik mezelf ongegeneerd kapot dronk en mijn longen zwart rookte? Of zat het toch verstopt in de liefde? Was vrijheid zondagen lang in bed blijven liggen met Katie, om onszelf af te sluiten van de wereld zodat wij verloren zouden raken in onze eigen leefwereld? Zat vrijheid in de constante obsessie en verheerlijking van een fictieve relatie die ik waarschijnlijk nooit met haar zou hebben?

Of zat vrijheid verstopt in de joyride van mij en Damian? Was vrijheid schijt hebben aan de regels zodat ik mijn eigen normen en waarden kon aanhouden, zodat ik de rechter van mijn eigen bestaan was?

Of was het allemaal genuanceerder dan dat?

Vroeger werd mij altijd verteld dat ik een baan moest uitzoeken waar ik gelukkig van werd, zodat ik geen dag echt hoefde te werken. Alleen, ben je dan ook echt vrij? Als jij jezelf onderdompelt in een baan waardoor je vastgeketend wordt aan allerlei verplichtingen, blijft wat je leuk vond dan nog steeds leuk? Als de keuze om iets te gaan doen wordt weggenomen en vervangen wordt door het eindeloze moeten waardoor je nooit de mogelijkheid hebt om spontaan te vluchten. Als jij jouw vluchtroutes opgeeft, ben je dan daadwerkelijk ook vrij?

Wat betekende vrijheid nou echt?

Lag vrijheid verstopt in het najagen van mijn verlangens? Stelt dat vrijheid dan gelijk aan seks? Is vrijheid dan niet enkel maar een primitieve behoefte die het leven de drijfveer geeft tot voortplanting? Of was het allemaal gecompliceerder dan dat?

Was vrijheid nou een privilege of een recht? Was het iets dat ik moest najagen in mijn leven alsof het de enige reden van mijn bestaan was? Maar, is het dan niet enkel een illusie om te achtervolgen zodat ik reden had om door te gaan, om door te leven?

De laatste tijd bleef ik constant maar herhalen dat ik wilde leven, echt wilde leven. Maar wat bedoelde ik daar nu eigenlijk mee? Ergens associeerde ik echt leven met de vrijheid. Om verlost te worden van de constante schreeuw van mijn verplichtingen. Ik hoefde geen mooie carrière, rijkdom en luxe. Het enige wat ik wenste was rust, een kalmte en de ruimte om mijn eigen keuzes te maken.

Elke keer wanneer ik de woorden vormden in mijn mond bedoelde ik eigenlijk: ‘’ik wil vrij zijn.’’ Ik was het zat om telkens afhankelijk zijn van al die verwachtingen. Het was makkelijker voor mij om het imago van een loser te omarmen dan verpletterd te worden door de oneindige druk van verwachting. Mensen mochten dan wel denken dat ze je geen verwachtingen opleggen maar onbewust doen ze het toch. Vaders die willen dat hun zoon succesvol wordt zodat hij een goed leven kan leiden. Moeders die willen dat hun dochters een leuke man vinden zodat zij een prettig leven konden leiden. Oma’s en opa’s die leuke kleinkinderen wilden om de familie voort te zetten. Al die verwachtingen. Ook al waren ze goedbedoeld, ik was ze zat.

Ik wilde vrijheid.

Ik zou pas weten of ik echt vrij was geweest op mijn sterfbed. Wanneer mijn ogen hun laatste waarneming deden en vervolgens langzaam dicht zouden vallen. Als mijn kapot gedronken lever eindelijk zijn middelvinger naar mij opstak en mijn longen uit vermoeidheid besloten om met pensioen te gaan.

Vrijheid zou de verlossing van mijn bestaan worden.

Ik moest ervoor blijven vechten.

Ik moest doorbijten.

Ik moest het winnen.

Anders had mijn bestaan geen doel en had ik zinloos elke adem van mijn leven verspild. Hoe de strijd eruit zou gaan zien was voor mij onbekend. Hoe ik het zou gaan winnen was het grootste mysterie. Maar vanaf dat moment kon ik met niets anders meer bezig zijn. Ik zou een revolutie in mijzelf laten plaatsvinden. Wat vrijheid dan ook zou zijn, ik zou gaan winnen zodat ik met mezelf kon leven.

De strijd voor de vrijheid was begonnen.

Vorige post Volgende post

1 Comment

Comments are closed.