2.16 Je bent pas vrienden als je samen een urineplas maakt

Photo by Ryan Callaghan

Scroll this

We waren nog steeds opstap.

We waren nog steeds dronken.

En mijn linker bal deed nog steeds pijn.

Ik en Damian waren in de Altstad, eigenlijk maakte het helemaal niet uit waar we überhaupt waren. Die avond waren we een ontastbaar team en er hing een serieuze Bonny en Clyde vibe in de lucht. Minus de romance dan.

Maar eerst moesten we beide plassen. Ik gooide de deur door en strompelde naar de normale wc terwijl Damian het urinoir pakte. De deur kreeg ik met moeite op slot. Eenmaal aan het plassen klonk Damians stem opeens vanachter de deur.

‘’Hee Bob. Zal ik tegen de deur aan plassen?’’

‘’Doe is.’’ lachte ik uitgaande dat het maar een grap was.

Terwijl ik probeerde mijn plas in de wc-pot gericht te houden hoorde ik een waterstraal tegen de deur aan druppelen.

‘’Gast. Ben je serieus tegen de deur aan het plassen?’’ zei ik met een schokkende maar ook met enige humor in mijn toon. Damian hoefde er geen woord vuil aan te maken, want nadat de woorden mijn tong hadden verlaten, zag ik een plas water onder de deur vandaan komen.

‘’Bob. Ik heb tegen de deur geplast.’’ Schaterde Damian uit.

Op dat punt had de alcohol al mijn gedachten gekaapt en zonder ook maar een seconde te twijfelen keerde ik mijn straal ook tegen de deur.

‘’’Damian! Nu zijn wij urinebroeders.’’

De plas die Damian had gecreëerd werd door mijn toevoeging nog groter. Ik moest zelfs een paar stapjes naar achter doen, om mijn schoenen te redden van de gele plas.

‘’Fuck blood brothers.’’ Antwoorde Damian enthousiast terug. ‘’Die shit betekend helemaal niets. Urinebroeders. Dat is pas een band hebben.’’

Toen ik eenmaal klaar was met plassen, mijn penis terug in zijn holster had gedaan en mijn riem weer aangescherpt had stapte ik met een grote pas over de urineplas. Zonder een schrijntje van schaamte liepen wij terug de kroeg in, bestelden twee biertjes en vervolgde onze alcoholische escapade.

De momenten die daarop volgde zijn tot op de dag van vandaag een waas. Het enige wat ik me nog kan herinneren was een waas van bier, sigaretten en veel dronken gebulder. Pas twee uur later keerden mijn gedachten weer enigszins terug.

De kroegen sloten terwijl ik en Damian langzaam richting huis liepen. Het was zo’n moment dat de alcohol in ons bloed de leugens wegvaagde en de waarheid de enige woorden waren die je nog kon uitspreken. Ik stak de zoveelste sigaret van de avond op en liep langzaam naar Damian zijn appartement toe.

Ergens voelde ik aan dat Damian iets wilde vragen maar niet de woorden ervoor kon vinden. Voor een seconde keek ik hem aan.

‘’Wat wil je vragen man.’’

‘’Uehm..’’ Begon hij twijfelend. ‘’Dat gedoe met Mia, he. Waar sloeg dat nou op?’’

Ondertussen liepen wij over het marktplein. Ik nam een hijs van mijn sigaret om tijd te winnen. Wat moest ik hem vertellen? De waarheid?  Maar wat zou de toegevoegde waarde daarvan zijn? Damian zou snappen waarom ik het knietje in mijn mannelijkheid kreeg en ook zou zeer waarschijnlijk met ongewenst advies komen.

Was dat het allemaal waard?

Waar was ik eigenlijk bang voor?

Dat Damian mijn beweegredenen zou verafschuwen en zich tegen mij zou keren? Was ik serieus bang dat Damian Mia’s kant zou kiezen? Hij had nog nooit woorden met haar gedeeld, was dat mijn grootste angst van de avond? Of lag het genuanceerder dan dat.

Was Damian niet de metaforische rechter van het moment en zou hij gaan bepalen wie er gelijk had.
 
Was ik dan niet gewoon bang om de bevestiging die ik zo hopeloos zocht, niet zou krijgen, zodat mijn onverzadigbare zelfhaat zijn controle zou verliezen.

Ik pakte de sigaret uit mijn mond, blies de rook uit en had mijn keuze gemaakt.

‘’I kind of bailed on her en schijnbaar kon ze dat niet echt waarderen.’’

‘’En daarom ging ze maar jouw ballen martelen?’’

‘’Ik deed dat, zeg maar, net nadat ze had verteld dat ze gevoelens voor me had.’’

‘’Bob. You dirty old dog.’’

Ik haalde mijn schouders op.

‘’Ik had geen idee wat ik er mee aan moest en Katie was in nood.’’

Met een insinuerende toon herhaalde Damian, Katie’s naam. Ik stopte met lopen en keek Damian aan.

‘’Hoe the fuck weet jij van Katie.’’

‘’Wat denk je zelf, Bobbie?’’

‘’Kyra.’’

‘’Kyra.’’ Herhaalde Damian met een grijns.

‘’Wat heeft ze jou allemaal verteld.’’

‘’Alles.’’

‘’Mmm, oké. Chill denk ik.’’

‘’Maar Bob, wat houdt jou tegen om gewoon voor Katie te gaan?’’

‘’Ze heeft een relatie, for starters. Plus je kent mij ondertussen, ik zit mijzelf in weg. I’m my own worst enemy.’’

‘’Smoesjes man. Je bent gewoon bang om afgewezen te worden.’’

‘’Fuck you.’’ Zei ik. ‘’Waar is je medeleven? Jouw encouraging woorden zodat ik mijn hoofd uit mijn eigen anus haal.’’

Damian haalde zijn schouders op.

‘’Die shit hoef ik jou niet te vertellen. Dat weet je zelf wel.’’

Ik liet een stilte vallen, onwetend wat ik daar verder op moest zeggen.

‘’Plus.’’ Voegde Damian snel toe. ‘’Je hebt nog maar een bal over, dus dat moet wel wat sympathie points bij haar scoren.’’

‘’Fuck you.’’ Antwoorde ik snel terwijl ik Damian een nipple twist gaf. Een vrouwelijke gil ontsnapte zijn mond.

‘’Auw! Shit, dat doet pijn man.’’  riep Damian over het lege marktplein. Maar voordat ik het doorhad gooide Damian mijn lichaam op de grond. Terwijl ik nog bijkwam van de onverwachte tackel pakte Damian mijn tepel vast en begon eraan te draaien.

‘’Fuck!’’ Schreeuwde ik uit. ‘’Je hebt gelijk, die shit doet pijn.’’

We moesten lachen.

Ook al had Damian het niet direct gezegd, ik wist dat hij aan mijn kant stond. Vanaf dat moment realiseerde ik mij dat Damian een pilaar in mijn leven was geworden waar ik op kon steunen. De vriendschap met Damian duwde mij de goede richting in. Ook al zouden wij niet altijd de goede keuzes maken, we waren samen, we waren een team.

Wij waren urinebroers.

Vorige post Volgende post

1 Comment

Comments are closed.