Met gehaaste pas liep ik door de gangen van de universiteit. Zojuist had ik mijn eerste college van het nieuwe semester gehad, maar nog steeds snapte ik er geen fuck van. Elk tentamen wat ik tot nu toe gemaakt had was een onvoldoende en ik had geen idee meer waar ik mee bezig was. Niet dat ik dat eerst wel had.
Op dit moment wilde ik het liefst langzaam wegrotten in mijn bed totdat de tijden veranderende en de nachtmerries langzaam zouden wegebben. Ik wilde slapen en langzaam wegdrijven van de realiteit zodat alles weer een beetje draagbaar zou worden.
Eenmaal buiten gekomen stak ik direct een sigaret op, sloot mijn ogen en blies langzaam de rook uit mijn mond. Ik had nog niemand over de zelfmoord verteld, niet mijn ouders, niet mijn vrienden en zelfs Katie niet.
Ik wilde het gewoon vergeten. De hele gebeurtenis schoof ik weg als een droom, want zo voelde het nog steeds. Een droom.
‘’Bob!’’ klonk het plotseling achter mij.
Terwijl de sigaret tussen mijn lippen bungelde draaide ik om. Het was Damian.
‘’Yoo man.’’
‘’Jij naaide hem er ook snel uit, he?’’
Ik knikte.
‘’Ik wil naar bed.’’
‘’Heftige nacht achter de rug?’’
‘’Zo kan je het wel noemen, ja.’’
‘’Vrouwelijk bezoek gehad?’’ Vroeg Damian terwijl hij met zijn wenkbrauwen probeerde te suggereren dat ik vannacht seks had gehad.
‘’Nee, nee. Ik moest het heft in eigen hand nemen vannacht.’’
Zonder verder iets te zeggen begon ik naar het station te lopen, ik wist dat Damian ook de trein naar Eindhoven moest hebben dus zonder verdere communicatie liep hij mee.
‘’Hee, maar Bob.’’
‘’Yes? Wat is er?’’
‘’Ik heb het idee dat ik jou wat uitleg verschuldigd ben.’’
‘’Van wat dan?’’
‘’Je weet wel, van afgelopen zaterdag. Waarom ik zo doordraaide enzo.’’
’Kyra had het een en ander al uitgelegd.’’
Ondertussen gooide ik de opgerookte sigaret op de grond en stak er nog een op. Met een keurende blik keek Damian mij aan.
‘’Wat?” vroeg ik terwijl ik een hijs nam.
‘’Je rookt meer dan normaal.’’
‘’Dus?’’
‘’Ik bedoel, dat je rookt is prima maar er zijn wel grenzen man. Als je op dit tempo doorrookt dan kan ik je garanderen dat je niet oud wordt.’’
‘’Oud worden is sowieso overrated.’’ Zei ik terwijl ik mijn schouders ophaalde. ‘’Maar wat wilde je uitleggen dan?’’
Damian wierp een laatste blik naar mijn opgestoken sigaret maar liet het daarbij. ‘’Najah, dat meisje dus, Lizzie. Ik weet niet man, ik had twee jaar lang een relatie met haar en alles ging goed, beter dan goed, alles liep gewoon vlekkeloos maar van de een op andere dag was ze ineens weg. Gone. Schijnbaar ging ze al een paar maanden vreemd met die dude die ik dus tackelde en wilde ze bij hem zijn.’’
Voor een ogenblik bleef Damian even stil alsof de pijn van toen weer naar boven kwam. Hij keek naar de grond toe terwijl wij doorliepen, slikte een keer en vervolgde zijn verhaal.
‘’Het was raar man. Want voordat ik wist wat er gebeurde had ze mijn nummer al geblokkeerd. Ze had niet eens de ballen om mij nog te spreken, ik moest via-via horen waarom ze ineens weg was en zoiets laat gewoon een leegte achter. Het was alsof de Lizzie die ik kende was overleden en haar plaats ingenomen door een of andere monster.’’
Ik liet Damian’s verhaal even bezinken.
‘’Het klinkt alsof hij die tackel verdiende.’’
Ondertussen liepen wij het perron op van het station.
‘’En hoe, het moest gewoon een keer gebeuren’’
Na de eerste paar stappen realiseerde ik mij weer dat ik op het perron stond. De bloedvlekken die op mijn wang zaten begonnen te branden. De warme, plakkerige druppels leken te kloppen, alsof ze hun eigen leven hadden. Alhoewel niemand ze meer kon zien hadden ze een vaste plek op mijn wang ingenomen. Langzaam kwamen de beelden weer terug. De bebloede trein, de hoopjes vlees verstrooid over het perron en de langzaam verspreidende plassen van bloed. Alles begon zo echt te lijken. Zo reëel dat elke poging die ik had gedaan om het weg te schuiven als droom teniet werd gedaan. Ik stopte de sigaret tussen mijn lippen en nam een diepe hijs. Mensen stonden op het perron rustig te wachten tot de trein ze zou komen vervoeren, niemand had door dat ze op een graf stonden. Het leek alsof alleen ik belast was met een duister geheim wat ik met niemand kon delen. Het knaagde aan mij.
Maar doorvertellen kon ik het niet.
‘’Bob?’’ Vroeg Damian die een paar stappen voor mij stond. ‘’Wat is er?’’
Voor een seconde twijfelde ik maar voordat ik bewust een keuze had gemaakte produceerde mijn lippen de woorden al.
‘’Niets, er is niets.’’
De droom was weer terug gestopt in het donkere gat waar hij thuishoorde.
2 Comments