5.30 Hij zag er goed uit, gezien de situatie

Photo by Brooke Olimpieri

Scroll this

In dezelfde kleren die ik al meer dan 24 uur aanhad lag ik op de bank. Ik zag de zon langzaam opkomen door de ramen maar mijn ogen gaven zich over aan mijn vermoeidheid. De alcohol was ondertussen al uitgewerkt en ik werd achtergelaten met de onprettige smaak van de drank en tabak. Mijn tanden voelde plakkerig aan. Daardoor begon ik mijzelf af te vragen wanneer de laatste keer was wanneer ik ze had gepoetst, maar ik kon het mij zo niet herinneren. 

Mijn gedachtes dwaalde af. 

Werden stiller. 

Totdat ik mijzelf langzaam in slaap voelde vallen. 

Terwijl ik mijzelf bevond in de stilte van de leegte en de nietigheid schrok ik plotseling wakker. Ik wreef door mijn ogen, keek naar buiten en zag dat de zon nog steeds aan het opkomen was. Langzaam ging ik normaal zitten, keek rond in de hoop dat Katie thuis was maar realiseerde me toen dat mijn telefoon afging. 

Scheldend pakte ik hem van de koffietafel en zag dat mijn alarm, wat ik niet herinnerde dat ik had gezet, afging. Ik wreef door mijn ogen tegen de felle zonsopgang. 

Snel dronk ik een kop koffie, printte mijn speech en kleedde om. Katie wist dat ik geen overhemd in mijn bezit had, dus had ze er eentje van haar vader klaargelegd. Ik staarde naar mijzelf in de spiegel en moest lachen toen ik mijn spiegelbeeld zag. Naast de wallen onder mijn ogen leek ik plotseling op een nette burger. Die op normale manier participeerde in de samenleving. Het gaf mij een bepaalde rust die ik niet helemaal kon plaatsen.  

Ik deed mijn haar, poetste mijn tanden en pakte de fiets richting Damian’s ouders. 

Eindhoven was op dat moment bedekt met een grijze, sombere wolkenlaag met lichte regenval. Het voelde somber aan, en ergens dacht ik dat Eindhoven aan het meehuilen was voor Damian. Onderweg waren mijn gedachtes nergens te bekennen en had ik een leeg gevoel in mijn maag. 

Het had niets maken met honger. 

Maar het was emotioneel, alsof er een zwart gat doelloos door mijn buik aan het stormen was en alles beetje bij beetje opzoog in de nietigheid en onbekendheid die daarachter lag. 

Ik vertelde mijzelf dat ik me er geen zorgen om moest te maken en al snel kwam ik aan bij de ouders van Damian. Voordat ik aanbelde stak ik een sigaret op en bereidde mijzelf voor op het gegarandeerde verdrietige scenario. 

Toen eenmaal mijn sigaret op was, belde ik aan en al snel deed Damian’s vader op. 

‘’Bob.’’ Zei hij met een rustige stem. ‘’Kom binnen.’’ 

Met een simpele: ‘’Hey.’’ Begroette ik hem en liep naar binnen. Terwijl ik de vader passeerde voelde ik zijn hand tweemaal op mijn schouder kloppen, waarschijnlijk bedoeld als een emotionele ondersteuning. 

De woonkamer stond vol, klaarblijkelijk was ik de laatste die arriveerde want toen ik eenmaal binnenkwam introduceerde de vader mij aan de vele onbekende gezichten. 

‘’Dit is Bob.’’ Zei hij met zijn hand opnieuw op mijn schouder. ‘’Hij was de beste vriend van Damian.’’ 

Na die woorden sloegen mijn ogen direct op de grond. De strijd met de titel van ‘beste vriend’ kroop nog steeds als ziekte door mijn aderen, waar ik maar geen vrede mee kon sluiten. 

Toen ik opkeek zag ik Kyra, Katie en Ezra aan de keukentafel zitten. Ezra droeg nog steeds de kille blik van zijn eigen stilte. Kyra keek snel op en liet een klein lachje los. 

‘’Ik kan het niet geloven. Bob draagt daadwerkelijk een overhemd, zo heb ik me jou nooit voorgesteld.’’ 

Ik gaf een beleefd lachje en keek snel naar Katie die mijn oogcontact negeerde. De stoel naast haar was vrij, dus ik ging zonder twijfel daar zitten. 

‘’Je ziet er mooi uit.’’ Zei ik terwijl ik ging zitten. 

‘’Dankje.’’ Liet ze met een afstandelijke toon los. Het was duidelijk dat de gehele ruzie nog vers in haar geheugen stond gegrift. Ik besloot om haar de ruimte te geven en keerde mijn blik richting Kyra. 

Voordat ik iets kon zeggen zei Katie: ‘’Je ziet eruit als een kantoorslaaf.’’ 

Verrast keek ik haar aan. 

‘’Dat was ook precies de look waarvoor ik wilde gaan.’’  

Ook al was ons gesprek daarna afgelopen, zag ik tenminste een klein lachje op haar gezicht verschijnen. 

De moeder van Damian gaf mij een kop koffie waarna Kyra mij plotseling serieus aankeek. 

‘’Wil je voor de laatste keer afscheid van Damian nemen?’’ 

Bedenkelijk nam ik een slok van mijn koffie. 

‘’Hoe bedoel je?’’ 

‘’De kist is nog open, maar ze gaan hem zo dichtdoen.’’ 

‘’Ooh.’’ Zei ik terwijl ik door mijn ogen wreef. ‘’Uehm… graag.’’ 

Kyra stond direct op en begeleidde mij naar een aparte kamer. Daar stond Damian opgebaard in een grote eikenhouten kist, omringd door bloemen, brandende kaarsen en foto’s. Plotseling bevond ik me in een volledig andere atmosfeer terwijl alle woorden in mijn brein vervaagden. Het was de eerste keer dat ik het lichaam van Damian zag. 

Niet aan beademing. 

Zonder een kloppend hart. 

En officieel…. overleden. 

Kyra liep naar de kist toe en pakte de hand van Damian teder vast. 

‘’Hij ziet er goed uit.’’ Zei ik zonder na te denken maar al snel had ik spijt van deze woorden. ‘’Gezien de situatie. Je snapt wat ik bedoel.’’ Voegde ik snel gegeneerd toe. 

Ze keek op en lachte toegeeflijk. 

Vorige post Volgende post

App me.
Zet 06-12455620 in jouw contacten en app me: ”BOB AAN met jouw voornaam”.
Dan krijg je voortaan elke week een appje van mij als de volgende post online staat.