6.15 Tik-tok gaat de klok en voordat je het weet is onze vallende Bob weer fucked-up

Photo by Juan Solorzano

Scroll this

De achterbank lag vol met Damian zijn spullen. Zijn boeken, zijn platenspeler, zijn boxen en natuurlijk zijn muziekcollectie. Het voelde vreemd om zijn voormalige bezit met mij mee te nemen. Kyra leek er geen probleem mee te hebben, geconcentreerd hield zij de weg in de gaten terwijl de lente van de wereld ons gezelschap hield. Buiten was er nieuw leven in overvloed, in de auto was er stilte en het oude leven. Het verleden. 

Ooh, het verleden. 

Het hing om Kyra en mij heen als een de oude muffe stank van een bejaardentehuis. Het verleden zat op de achterbank, het klonk door de radio, het zat in onze hoofden, in onze kleren en onze bewegingen. De wereld ging gewoon verder maar wij konden dat nog niet want wij waren nog niet klaar met het verleden. 

En het verleden was nog niet klaar met ons. 

Het enige geluid wat door de auto spookte was het zachte gebrom van haar Fiat 500 en de middelmatige tonen van SLAM FM. Normaal gesproken zou ik met enige irritatie en belediging zo snel mogelijk de uitgemolken popnummers uitzetten maar ditmaal had ik er geen kracht voor. Het was niet het juiste moment om een tirade te gaan houden over de langzame neergang van de hedendaagse muziek. Nee. Het was een dag van het verleden. Een dag om met de stroming mee te gaan. 

Kyra stopte de auto voor Katie haar huis, stapte uit en hielp mij om de spullen binnen te zetten. Nog steeds was er geen woordenwisseling meer tussen ons geweest totdat Kyra wilde vertrekken. 

‘’Dus….’’ Klonk met twijfel uit mijn mond. ‘’Je gaat echt weg, hè.’’ 

Starend naar de stoeptegels knikte Kyra bevestigend. ‘’Ja… Het moet, Bob.’’  

‘’En er is geen kans dat ik je nog weet te overtuigen om te blijven?’’ 

Kyra opende de portier van de auto, stapte half in maar voordat ze ging zitten keek ze mij met enige schuld aan. 

‘’Sorry, ik kan niet blijven.’’ Ze nam plaats in haar auto, startte de motor maar voordat ze wegreed deed ze het raam omlaag. 

‘’Trouwens’’ Haar handen waren al geklemd op het stuur, ook van dit moment wilde Kyra zo snel mogelijk weg. ‘’Kan je het voor jezelf houden? Ik wil het Katie zelf graag vertellen.’’ 

Alle woorden waren verdwenen van mijn tong, maar er verscheen een klein toestemmend lachje op mijn gezicht die Kyra de bevestiging gaf die zij nodig had. Daarna reed ze snel weg en met een eenzaam gevoel liep ik naar binnen. 

Het bierflesje stond nog steeds op het aanrecht. 

Ditmaal was het warm en zeer waarschijnlijk doodgeslagen, maar toch pakte ik het flesje en nam een slokje. In mijn vingers zat een gretigheid, een behoefte om mijzelf weer te verdoven.  

Het bier was dood. 

Ik rende naar de wasbak, spuugde het uit en spoelde mijn mond. Daarna pakte ik het flesje en schonk het bier door het putje. Ook het bier was verleden tijd. Door mijn keuze heeft het nooit zijn doel kunnen waarmaken. Het bier stond voor mij klaar, het wilde mij helpen om te vluchten, om te vergeten maar toch heb ik het langzaam in de zon laten doodgaan, eenzaam en compleet vergeten. Alleen om later weer naar het bier te verlangen, hoewel het al te laat was. 

Ik voelde me schuldig. 

Een schuldgevoel om bier. 

Ooh, Bobje. Wat ben je weer diepgezonken. Wat ben je toch gevoelig. Je voelt je slecht om bier. Niet door bier, maar om bier. Dit is een teken, Bobje. Een dikke rode vlag, een waarschuwing van het pad waar je nu op loopt. Ooh, Bobje toch, het slechtste excuus voor een mens, waar ben je toch mee bezig? Ben je gek aan het worden? Heeft de waanzin zich eindelijk over jou ontfermt? Realiseer jij je dat je aan het vallen bent? Jongetje toch, je bent zo hard aan het vallen en wacht maar, totdat je de bodem hebt bereikt. Wat zal het toch veel veranderen, wat zal jij je toch veel gaan realiseren. Mijn jongetje toch, wat ben je toch blind en naïef. 

Hoor je die klok op de achtergrond, Bob? 

Tiktok, Bob. 

Tiktok, gaat de klok. 

Tiktok, tiktok, 

Gaat de klok  

En voordat je het weet, Bob. 

Ben je weer verder fuckedup.  

Ik wreef door mijn gezicht, liep de woonkamer in en zag de spullen van Damian. Met enige haast gooide ik mijzelf op mijn knieën voor de eerste doos en bleef rationaliseren dat het maar de depressie was. Fuck, ik was depressief. Maar het maakte niet uit, ik had het onder controle. 

Toch? 

Toch!? 

TOCH!? 

Vorige post Volgende post