5.38 Zeg tegen mij dat ik moet huilen, en ik zou voor jou de grootste tranen in mijn leven produceren.

Photo by Sebastian Hilgetag

Scroll this

De alcohol was aan het uitwerken en de vermoeidheid sloop langzaam in mijn lichaam. Het was het soort vermoeidheid wat een volledige disconnectie met de wereld veroorzaakte. Kyra zat naast mij in de auto stilzwijgend naar buiten te kijken. Johan zat aan het stuur en ook hij was opgezogen in de stilte van het moment. De eerste woorden werden pas gesproken toen Johan de auto parkeerde voor het crematorium. Daar stond een klein clubje van mensen. Elize, Chloé, Ezra en een oom van Damian.

‘’Daar zijn we dan.’’ Zuchtte Johan uit. Door de achteruitkijkspiegel zag ik de pijn in zijn ogen. Zoals de rest van de dag deelde ik deze pijn. Het stond schreeuwend in zijn ogen getekend dat dit het moment was waar hij het meest tegen op keek. Het was het einde.

Het finale einde.

Over een uur was de hele fysieke verschijning van zijn zoon verdwenen en veranderd in een met as gevulde urn. De pijn reflecteerde in de spiegel en zijn koude grip wist mij plotseling te pakken, maar die pijn discrediteerde ik alweer snel weg.

Want ik kende Damian nog niet zo lang.

Niet zo lang als Kyra.

Niet zo lang als Ezra.

En al helemaal niet zo lang als Johan.

Al snel kwam het ondertussen bekende gevoel terug en liep ik als een fraudeur in vermomming mee het gebouw in.

Er hing een aparte sfeer.

Een verdrietige sfeer.

Maar iedereen probeerde het verdriet voor zichzelf te houden en de ruimte op te vullen met smalltalk. Mensen probeerde de pijn weg te praten, weg te lachen of te ontvluchten aan het hele begrip van pijn en verdriet. De woorden: ‘’Iedereen rouwt op zijn eigen manier’’ kregen pas op dat moment betekenis. Want ik besloot om mijzelf af te sluiten. Ik ging buiten staan, stak een sigaret op en keek verloren in de beboste en, vreemd genoeg, rustgevende omgeving.

De vermoeidheid nam steeds verder mijn gedachten over, ik begon mijzelf zwakker te voelen en af te vragen wat ik eigenlijk moest denken.

Wat moest ik voelen?

Was dit het moment dat alle herinneringen van Damian door mijn hoofd moesten gaan?

Want vreemd genoeg, gebeurde dat niet.

Ik probeerde het geforceerd in gang zetten, maar de gedachtereeks werd al snel vervangen door stilte.

Ooh, Damian.

Was je maar bij mij op dat moment.

Niet in een kist, maar levend.

Want jij had altijd het antwoord op alles voor mij. Jij was de kapitein van mijn cryptische bestaan. Mijn levensadviseur die ik zo hard nodig had. Had ik dat maar tegen jou gezegd, Damian. Had ik maar tegen jou gezegd dat ik je nodig had, dat ik zonder jouw begeleiding en moedgevende woorden mijzelf verloren voelde.

Kon je maar tegen mij zeggen wat je wilde dat ik zou doen.

Zei je tegen mij dat ik moest huilen, en ik zou voor jou de grootste tranen in mijn leven produceren. Vertelde je mij dat ik stilzwijgend naar jouw vertrek moest kijken en ik zou geen woord meer uitspreken. Of vroeg je aan mij om Kyra, Chloé en jouw ouders geruststellende woorden toe te spreken en ik zou de mooiste woorden voor jou achterlaten.

Ooh, Damian, hoe wilde je dat ik afscheid van jou zou nemen?

Hoe zou ik voorkomen dat ik jou teleur zou stellen?

Want Damian, ik was daar zo bang voor. De mogelijkheid dat ik niet de beste vriend voor jou was knaagde aan mijn ziel en ik zou er nooit achter komen. Je zou nooit die woorden, die ik zo hard nodig had, tegen mij kunnen uitspreken.

Damian, ooh mijn goede vriend.

Wat was je op dat moment aan het doen?

Zat je in de hemel?

Had je het naar jouw zin of keek je met ons mee?

Kon je onze pijn voelen?

Of was je bevrijd door eeuwig geluk?

Damian, what were you doing in heaven that day?

Uiteindelijk kwam Kyra naar buiten en vertelde me met een zachte timide stem dat het tijd was. Ze hoefde het verder niet uit te leggen wat het betekende. Ik sloot me weer aan bij de rest en werden wij begeleid naar een kleine, warme maar slecht verlichte kamer. Damian’s kist stond op een rails voor een gesloten oven. De geluiden van de woeste vlammen zetten een bijna onheilspellende toon. De begrafenisondernemer legde kort uit hoe het proces in zijn werk zou gaan maar niemand had daar aandacht voor.

Het luik van de oven ging open en voordat de kist erin werd gereden kreeg iedereen nog een moment om voor de laatste keer afscheid te nemen. In een impulsieve, emotionele actie pakte ik mijn niet voorgelezen speech, bewoog hem richting de kist en keek eerst voor goedkeuring naar Johan.

Met een goedkeurend knikje legde ik het A4’tje op de kist en legde mijn hand op de kist.

Na enkele minuten werd de kist langzaam in de oven gereden. Terwijl de kist aan het bewegen was voelde ik een arm om mijn middel slaan, ik keek niet op wie het was. Ik moest mijn ogen op de kist houden. Ik moest hem zien verdwijnen. Ik moest Damian voor de laatste keer zien, ook al was hij verborgen door de kist. Het moest.

Het moest.

Het moest…

De kist lag volledig in de oven en de vlammen van de sterfelijkheid ontfermde zich langzaam om Damian’s fysieke resten. Het leek niet zo zeer op een agressieve kidnapping van zijn levendigheid maar op een gebroederlijke omhelzing, een veel te vroeg welkom tot het land van de gestorven onsterfelijke. Mijn ogen stonden gefixeerd op de langzame départ. Op de achtergrond klonk het gesnik van de anderen maar uit mij kwam geen geluid. Mijn ogen begonnen langzaam pijn te doen door de tranen en het feit dat ik al een poos niet knipperde. Maar ik drukte de pijn weg. Want ik moest het zien. Ik moest alles in mij opnemen.

Het luik sloot langzaam terwijl de vlammen zich steeds verder verspreidden over Damian’s bestaan. En binnen enkele momenten veranderde Damian van een vriend, zoon en partner tot een bitterzoete eeuwige herinnering.

Er rolde een traan over mijn wang terwijl het luik volledig gesloten was. Op dat moment kon ik niets meer zien, enkel het vurige einde.

Dat was het officiële moment dat Damian weg was.

Voorgoed verdwenen uit mijn leven.

Ik probeerde positief te blijven. Echt waar. Maar voor een lange termijn was het onmogelijk om met mijn leven door te gaan. Ik miste Damian. Zo erg dat mijn hart pijn deed en mijn ziel niet kon stoppen met huilen.

Het voelde alsof de zon was ondergegaan met Damian.

Vorige post Deel 6