Een tekst over niets

Photo by Aurélien buttin

Scroll this

Dit is een keer iets anders dan je van mij verwacht. Een losstaande tekst. Geen verhaal, geen narratief maar een eenzijdige tirade. Ik denk dat als je er echt een label aan moet plakken dan kan je het beschouwen als een essay. Weet je wel, wat ze altijd aan de universiteit doen. Maar het klinkt een stuk formeler dan ik eigenlijk voor ogen heb. Intellectueler en academischer dan eigenlijk nodig is.

Ik wil het namelijk over niets hebben. Wacht. Lees het opnieuw. Het gaat zeker over iets, want het gaat over het niets. Snap je hem nog? Niets, nada, noppes. Dat is het onderwerp wat de laatste tijd in mijn gedachtes rond heerst, het niets. Kortgeleden vroeg iemand aan mij waar ik het meest bang voor was, wat ik diep in mijn hart vreesde. Met een glas rode wijn aan mijn lippen dacht ik na waarna ik met neergeslagen ogen ‘’niets’’ uit zuchtte. Zij lachte me uit en noemde me een stereotype man die zichzelf moest presenteren als angstloze superkracht. ‘’Iedereen is wel ergens bang voor.’’ Zei ze in de hoop dat ik de deur van mijn innerlijke verder zou openen, maar ze had niet door dat mijn grootste angst al bloot op tafel lag. Ze begreep me simpelweg niet. Dus geïrriteerd herhaalde ik mijn angst. ‘’Niets. Het niets. Daar ben ik bang voor.’’

En tot op de dag van vandaag vrees ik dat nog steeds. Het niets. Je moet begrijpen dat ik niet religieus opgevoed ben, de concepten van hemel en hel lijken meer fictieve ideologische ideeën dan dat ze werkelijkheid zijn. Ze zijn goed voor verhalen maar ontbreken in de realiteit.  Maar ik geloof wel in iets, namelijk het niets. In de zin dat ons bestaan stopt wanneer ons hart ermee ophoudt, dat de herinneringen die wij hebben achtergelaten zullen verkruimelen naarmate de tijd verder marcheert. Dat er geen universeel doel is voor onze levens, geen grotere god of machtige entiteit die de regie in handen heeft of dat onze zielen zullen wederkeren op aarde in de vorm van een vlieg.

Het kan een deprimerende gedachten zijn. Dat ons bestaan uit pure toevalligheid is voortgevloeid, dat al onze acties, onze ontwikkeling en onze pijn niets betekenen. Ik vind het ook niet gek dat de mensheid zich heeft vastgeklemd aan religie, aan de gedachte dat er iets groters dan ons is, iets dat ons stuurt, ons oordeelt en uiteindelijk ons rust geeft. Soms wou ik dat ik erin kon geloven, maar ik ben daar te eigenwijs voor.

Maar tegelijkertijd heeft het iets bevrijdend. De overtuiging van het niets. Niet in nihilistische zin, dat we alles moeten opgeven, dat het allemaal niet uitmaakt wat we doen en dat heel jouw leven geen enkele vorm van zingeving heeft. Want zin heeft het zeker. Althans voor mij. Ik zoek het niet in een god of een groot kosmisch spel waar ik deel van uitmaak, ik zoek het niet in politiek of een carrière, de enige plek waar ik het zoek is in mijzelf. Want als je overtuigd bent van het niets, ben jij jouw eigen god, de eigen kapitein van het leven maar ook jouw eigen betekenis. Wij zijn vrij, want er is geen universele betekenis.

Het grote gapende gat van het niets, waar wij geen van allen aan kunnen ontkomen, nadert na elke seconde die passeert. We kunnen opgeven en onze teloorgang vervroegen of we kunnen iets creëren. Het is bevrijdend maar tegelijkertijd zit daar het kloppende hart van mijn angst in verstopt, want als jij alle touwtjes van jouw bestaan volledig in je eigen handen vasthoudt betekent ook dat elke actie telt. Je stuurt het schip, maar ga je wel de goede richting op? Haal je wel voldoende betekenis uit de tijd die je hebt? Maak je de juiste keuzes? Ben je er volledig van overtuigd dat je op deze wijze jouw leven wil invullen? Het is namelijk, zodra het niets jou heeft ingehaald is er geen weg terug. Je hebt maar een kans. Een poging tot leven.

Die vragen. De verdomde vragen, zijn de last van de ultieme vrijheid van het niets. Elke optie ligt open waardoor er existentiële keuzestress ontstaat. Er is geen grote goddelijke rechter die mijn keuze oordeelt, geen mythische wind die me de juiste kant op blaast en geen engel op mijn schouder die me redt, als ik onvermijdelijke fouten maak. Ik ben zelf judge, jury and executioner. Jij ook. Jouw favoriete barman ook. De ex die je in jouw nachtmerries najaagt ook.

We dragen de verantwoordelijkheid van onze eigen levens met ons mee. Soms voelt het als een zware last, maar soms voelt het ook als het ultieme geschenk wat we hebben kunnen krijgen. Het dubbelzijdige van het niets.  We hebben volledige controle over onze levens maar soms voelt deze verantwoordelijkheid te veel. We vluchten in drank, seks en drugs om het niets even te vergeten, om onszelf tijdelijk te ontheffen van deze verantwoordelijkheid door zelfdestructieve hedonistische neigingen. Zolang we maar eventjes die eeuwige grip van het niets kunnen ontsnappen. Daarom gaat mijn werk daar vaak over. Over de melancholie, het ontsnappen aan het niets om vervolgens weer geconfronteerd mee te worden, de lege blikken tijdens Tinder dates, kantoren met zielloze Tl-balken en de leegte in een vol flesje bier. Door erover te schrijven probeer ik het beter te begrijpen. Want in een wereld waar we vol gebombardeerd worden met door algoritme geplaatste advertenties, een wereld waarin Social Media onszelf laat presenteren voor wie wou willen zijn, in plaats van wie werkelijk zijn, een wereld waar er geen verschil meer lijkt tussen feit en mening en geld het ultieme geloof is, lijkt het niets belangrijker dan ooit.

Het is niet voor niks dat Nietzsche zei: “Beware that, when fighting monsters, you yourself do not become a monster… for when you gaze long into the abyss. The abyss gazes also into you.” Het gaat er niet om hoe wij het niets proberen te ontwijken maar onszelf confronteren. We zijn iets maar maken tegelijkertijd deel uit van het niets. En het niets maakt deel uit van ons. Dus zodra we het onvermijdbare met een geheven kin direct in de ogen aankijken, dan, en alleen dan, zullen we een deel van ons bestaan, een antwoord waar we zolang naar opzoek zijn, beter begrijpen.