Met mijn mandje liep ik naar de kassa toe. Ik had, dacht ik, alles wat ik nodig had en gooide de inhoud op de loopband. Het was rustig in de winkel, waarschijnlijk omdat iedereen die hier normaal boodschappen deed, een normaal leven had.
Fuck, wat was ik nutteloos.
Na een vluchtige ‘’Hallo.’’ was ik aan de beurt. Een jonge kassier, die net zijn eerste babybaardje kreeg, scande langzaam alle producten. Volgens mij had hij er ook geen zin meer in. Toen hij eindelijk klaar was en mijn totaalbedrag oplas viel er bij mij opeens een kwartje. Ik had nog steeds geen geld.
Het was weer exact hetzelfde verhaal als bij de Kiosk.
In een desperate poging tot het redden van mijn reputatie deed ik net alsof ik probeerde te pinnen, terwijl ik dondersgoed wist dat het niet zou lukken. Of de mysterieuze goden moesten opeens genadig zijn.
Maar dat waren ze niet.
Het neppinnen ging om de illusie, de schijnvertoning dat mijn tekortkomende saldo ook voor mij een verassing was. Zodra het gedoemde bericht zou verschijnen zou ik een smoes kunnen verzinnen. Dat het goede doel voor stervende puppies weer eens te vroeg had afgeschreven of iets in die trant.
Dat zou minder gênant zijn. Hopelijk.
Het pinapparaat piepte.
De jongen achter de kassa keek me aan.
‘’Heeft u misschien contant geld bij?’’
Ik knikte nee.
‘’Dan kan ik deze spullen niet meegeven.’’
‘’Snap ik.’’
Plotseling klonk er een vrouwelijke stem achter mij.
‘’Niet getreurd, Bobje.’’
Geschrokken keek ik om, het was Brit weer.
‘’Doe zijn spullen maar bij mijn boodschappen.’’
‘’Nee, dat hoeft niet.’’ Zei ik snel tegen de kassière.
‘’Gast. Zet jouw mannelijkheid even aan de kant en accepteer mijn liefdadigheid.’’
‘’Maar dan pluk ik de dag. Dat gaat tegen mijn principes in.’’
‘’Ik denk dat bierflesjes in het rond strooien, ook niet bepaald een goed principe is.’’
Ik moest lachen.
‘’Ik mag jou wel.’’
De kassière volgde aandachtig ons gesprek. Waarschijnlijk was het een van de weinige interessante momenten in zijn dag.
‘’We moeten de orders van de dame volgen, beste man.’’
Babybaard begon op zijn dooie gemak verder te scannen. Ik deed een paar stappen naar voren en keek hoe Brit aan het afrekenen was.
Ik mocht Brit.
Ze had pit, ze durfde terug te bijten. Dat was niet iets wat ik wilde, maar iets wat ik nodig had. Ik had iemand in mijn leven nodig die durfde te zeggen dat ik mijn bek moest houden, dat ik normaal moest doen. Iemand die een beetje peper in mijn reet deed. Mia deed dat niet. Ze had zich volledig overgegeven aan mij. Ik genoot van haar oneindige adoratie en hoewel het goed was voor mijn zelfvertrouwen, was het tegelijkertijd ook iets waardoor ik in mijn eigen waanbeelden bleef hangen.
Ik had iemand zoals Brit in mijn leven nodig.
Ergens wist ik dat zij mij weer terug op de aarde kon trekken, terwijl ik nu gewoon doelloos rondzweefde.
Zij zou mij weer op het juiste pad kunnen krijgen.
Maar how the fuck ging ik dit doen, zonder Mia pijn te doen? Hoe ging ik mijn verantwoordelijkheidsgevoel voor haar verlossen? Zou ik open kaart met haar moeten spelen? Nee, hell no, ik zou overkomen als een lunatic. Maar was er een andere manier om Mia te laten begrijpen dat, de enige reden dat ik bij haar was een fucking droom was. Een idee dat ze zonder mij iets doms zou gaan doen.
Of zou ze kunnen begrijpen als ik zou zeggen dat we niet bij elkaar paste?
Het was best wel duidelijk, of was ze zo verblind door haar eigen gevoelens dat ze dat niet inzag?
Ondertussen was Brit klaar met afrekenen en duwde een boodschappentasje in mijn handen.
‘’Zelfs een tasje.’’ Zei ik verrast. ‘’Ik moet vaker boodschappen met jou doen.’’
We liepen naar buiten.
‘’Maak er maar geen gewoonte van.’’
‘’Aawh, maar ik vind het zo gezellig.’’
‘’Dit gaat je nog wel twee drankjes kosten trouwens. Hoewel ik geen idee heb hoe je die ooit gaat betalen’’
Ik lachte.
“het zou me een genoegen zijn.”
Plotseling stopte ze bij het stoplicht.
‘’Ik moet hier links.’’ Zei ze.
‘’Oké.’’ Antwoorde ik. ‘’Ik moet hier rechts.’’
“Geef je telefoon eens”
Braaf gaf ik Brit mijn mobiel. Ze klooide er even mee, en gaf hem vervolgens terug.
Tegelijkertijd sprong het stoplicht op groen en begon ze te lopen. Terwijl ze liep draaide ze zich om.
‘’Ik verwacht wel een telefoontje van je, Bob. Je komt niet zomaar onder die drankjes vandaan.’’
Lachend stak ik mijn hand op om te laten weten dat ik het had gehoord en liep de andere kant op.
Voor de deur van het appartementencomplex begon ik te twijfelen of ik de bel moest indrukken. Ik keek er zwaar tegenop om weer naar binnen te gaan. Om Mia weer te evenaren.
Heel dit gebeuren was zo disfunctioneel.
Toch drukte ik de bel in.
Vrij snel buzzde Mia, zonder iets te zeggen de deur open en toen ik op de derde verdieping kwam was de deur al geopend. Ik liep naar binnen, legde de boodschappen op de bank. Het duurde een paar seconde totdat ik doorhad dat Mia aan het huilen was in de slaapkamer.
Ik liep naar haar toe, ze keek mij met betraande ogen aan.
‘’Rot op, Bob! Ik wil je serieus even niet zien.’’
Ik ging naast haar zitten.
‘’Wat is er?’’
‘’Het is heel dit gebeuren met jou. Het ene moment ben je een schat en twee seconde later kan je veranderen in zo’n fucking gevoelloze eikel. Het maakt mij gek.’’
Ik legde mijn hand op haar rug.
‘’Ik krijg steeds meer het idee dat je hier helemaal geen zin in hebt, dat je mij maar als simpele opvulling ziet’’
En daar was het.
De kans om open kaart te spelen, uit te leggen hoe alles in elkaar zat en om de droom eindelijk los te kunnen laten.
‘’Tuurlijk is dat niet zo.’’
Ik was een fucking pussy.
2 Comments
Comments are closed.