4.19 De hemel, de hel en het voorspel.

By Tiago Ribeiro

Scroll this

Geen woord werd gesproken terwijl we stilzwijgend aan de eettafel zaten. Katie zat melancholisch haar eieren te eten terwijl ik al denkend kleine slokjes van mijn kop koffie nam. Er hing een rare sfeer in de lucht. Ook al zat Katie tegenover mij, ze leek nog steeds mijlenver van mij af te zitten.

Mijn ogen stonden op haar gefixeerd en waren hopeloos op zoek naar een hint, een invulling voor haar mysterieuze zus. In de chaos van de nieuwsgierigheid en de wilde fantasie bedacht ik mijn eigen theorieën.

Misschien was ze overleden in een auto-ongeluk, of verslaafd aan coke, of verloren geraakt in de armen van een loverboy.

Het was pas toen Katie haar bestek op het bord liet vallen dat ik wakker schrok.

‘’Weet je zeker dat je niets wilt eten?’’

Ik schudde nee.

‘’Oké.’’ Antwoordde ze terwijl ze nog steeds ongemakkelijk om zich heen keek. ‘’Oké’’ herhaalde ze. ‘’Oké.’’

‘’Is het goed?’’ Zei ik half lachend.

‘’Je moet me vandaag echt niet gaan kutten, Bob.’’

‘’Oké.’’ Zei ik sarcastisch. Bezorgd keek ik naar Katie, ze was rusteloos, nerveus en keek constant over haar schouder alsof ze op het punt stond om geconfronteerd te worden met haar grootste angst.

“Kan ik iets voor je doen?’’ Zei ik terwijl ik met de koffiekop speelde.

‘’Wat zou je überhaupt doen voor mij, Bob?’’

‘’Wat denk je zelf?’’

‘’Soms weet ik echt niet waar je toe in staat bent.’’’

‘’Vrijwel alles, Katie. Vrijwel alles.’’

Dat antwoord leek ze goed te keuren en met een klein lachje keek ze mij aan.

‘’Ik zou je zelfs knuffelen, als dat helpt.’’

‘’Oooh, de emotioneel afstandelijke Bob biedt mij knuffels aan. Volgens mij zijn alle wonderen de wereld nog niet uit.’’

‘’Het is maar een limited time offer hoor, dus ik zou snel je keuze maken.’’

Zonder iets te zeggen sprong Katie van haar stoel af, ging op mijn schoot zitten en omhelsde me.

Ze rook lekker.

Naar iets… puurs.

Ik legde mijn hoofd op haar schouder en zo zaten wij voor een kleine eeuwigheid. Haar hand zocht de mijne op en mijn lippen de hare. Wat begon als een knuffel draaide al snel om naar, wat leek, het voorspel naar een stukje paradijs.

Katie herpositioneerde zich zodat ze naar mij toe zat. Haar haren vielen over mijn gezicht en kietelde me aan beide wangen. Mijn handen zaten ondertussen onder haar shirtje en slidderde doelloos alle kanten op.

Uiteindelijk pakte Katie mijn beiden armen vast, verloste zich van de zoen en keek me aan.

‘’Ik kan dit niet, Bob.’’

Met mijn ogen nog halfdicht antwoordde ik: ‘’Don’t worry, je doet het prima hoor.’’

‘’Nee, nee’’ antwoordde ze terwijl ze van mijn schoot af ging. ‘’Ik bedoel dat ik dit niet kan. Wat wij nu aan het doen zijn.’’

Ik zuchtte.

‘’Hoe komt het?’’

Katie verstopte haar handen in haar lange bruine haren. Ze stond op het punt om iets te zeggen, maar toen verscheen er weer een trilling in haar lippen.

‘’Ik kan het gewoon allemaal even niet meer, Bob. Het is te veel.’’

Ik stond op, liep naar haar toe en omhelsde haar opnieuw.

‘’Het komt goed.’’ Fluisterde ik in haar oor.

Ze legde haar hoofd op mijn schouder, deed haar armen om mijn lichaam en kneep me dichter naar haar toe terwijl ze begon te huilen.

‘’Hoe weet je dat, Bob? Je weet niet eens wat er aan de hand is.’’

‘’Dat hoef ik ook niet te weten.’’

Ik had geen idee wat ik eigenlijk zei.

Ik wist niet wat er aan de hand was.

Ik wist niet hoe Katie zich voelde.

Het enige wat ik wist was, dat het logisch was om te zeggen.

Uiteindelijk belandde we beide op de bank. Katie had Fear and Loathing in Las Vegas opgezet om de leegte in de kamer op te vullen, maar voornamelijk om haar snikkende geluiden te verhullen.

Ik zat met mijn arm om haar heen en zij lag met haar hoofd op mijn borst.

‘’Hee, Bob.’’

‘’Ja?’’

‘’Wil je iets voor me doen?’’

‘’Voor jou altijd, schone dame.’’

Het duurde even voordat ze zei wat ze wilde. Eerst was het slechts een fluister. Pas toen ik haar verwachtingsvol bleef aankijken zei ze het nogmaals.

‘’Wil je blijven?’’

‘’Ik ging er al vanuit dat ik hier zou blijven.’’

‘’Nee, ik bedoel..’’ Zei ze twijfelend. ‘’Ik bedoel dat je nooit moet weggaan.’’

Ik drukte haar lichaam dichter tegen de mijne.

“Geen zorgen, that’s not my style. Als ik een damsel in distress zie, dan moet ik haar helpen. Dat is genetisch verwikkeld in mij. Dat weet je toch.’’

Vorige post Volgende post