8.18 Ga je nog iets zeggen of wil je me gewoon met jouw ogen uitkleden?

Photo by Jason Lee Parry

Scroll this

8.17 nog niet gelezen? Geen zorgen, die vind je hier

Nieuw tot het verhaal? Begin dan bij 1.1.


Het was half negen ’s ochtends en met een slaperige hoofd ging ik richting werk. De voordeur trok ik woest achter mij dicht en eventjes vreesde ik dat ik Layana had wakker gemaakt. Ik stak een sigaret op en keek omhoog. De zon kwam langzaam op en eerste stralen omhelsden mijn gezicht. De jeuk was nog steeds aanwezig en het zag er niet naar uit dat die de aankomende dagen zou verdwijnen. Ik begon richting de bus te lopen toen ik op de achtergrond met enige woede mijn naam hoorde. In eerste instantie dacht ik dat ik het verkeerd had gehoord of me het verbeelde, dus ik besloot om door te lopen. Toen klonk het nog een keer. Ditmaal grauwer en luider. Ik keek om en zag een kleine tien meter achter mij een jongen staan. Zijn haarlijn was zich langzaam aan het terugtrekken en diepe blauwe wallen omringde zijn ogen. Om zijn pols was een horloge gewikkeld die de zonnestralen reflecteerde. Met grote stappen kwam hij mijn richting opgelopen terwijl zijn ogen bezeten waren met een vurigheid die weinig goeds voorspelde.

‘’Wat?’’ zei ik geïrriteerd tegen hem terwijl hij steeds dichterbij kwam.

‘’Je bent Bob toch?’’

‘’Wat gaat jou dat aan?’’ Ik haalde de sigaret tussen mijn lippen vandaan en tikte het af.

‘’Ha!’’ schreeuwde hij door de straat. ‘’Je ziet er magerder uit dan ik had gedacht.’’ Hij deed nog een stap naar voren. ‘’En lelijker.’’

‘’Oké.’’ De vurigheid was aanstekelijk en ik merkte aan mijzelf dat ik er op dat moment geen zin in had. Er zat nog maar één kop koffie in mijn bloed, wat nog onvoldoende was om helemaal bewust te zijn. ‘’Wat moet je?’’

‘’Ik wil iets tegen je zeggen.’’

Ik beantwoordde hem weer met een ijzige ‘’Oké.’’ Hij bleef stil, zijn ogen kropen over mijn lichaam en er verscheen een cynisch lachje op zijn gezicht. ‘’Ga je nog iets zeggen of wil je me gewoon met jouw ogen uitkleden?’’ Zijn lachje bleef geplakt op zijn gezicht. Hij keek me nog een keer aan en voordat ik het wist vloog er een woeste vuist tegen mijn oogkas. Als gevolg liet ik een schreeuw, struikelde bijna achterover maar wist op het laatste moment mijn balans te houden. Er kroop langzaam een verlegen bloedstroompje over de rechterkant van mijn gezicht. ‘’Waar was dat goed voor!?’’ Ik gooide mijn tas op de grond en bevrijdde mijn vingers van de sigaret. Zijn enige antwoord was ‘’Dat weet je wel.’’ Opnieuw vloog zijn vuist door de lucht maar ditmaal wist ik hem te ontwijken. ‘’Ik heb geen idee waar dit over gaat.’’ Met mijn hand ging ik langs mijn gezicht waarna mijn palm met een vage rode gloed terugkwam. Hij haalde nog een keer uit, ditmaal kon ik hem niet ontwijken en voelde een harde stoot tegen mijn ribbenkast. De adem die ik nog in mijn longen had stroomde met een onverwachte kreun mee. Ik leunde voorover, in de hoop dat er weer een klein beetje lucht in mijn longen kwam. Dat gebeurde gelukkig. Ik zag zijn voeten dichterbij komen waardoor ik hysterisch mijn vuist uithaalde maar het enige wat ik wist te vangen was lucht. Hij lachte een keer. ‘’Is dat alles wat je hebt?’’ en wilde mij opnieuw zegenen met zijn knokkels. Hij miste. Maar al snel volgde er een nieuw salvo. Die raakte mijn onderkin en voordat ik het wist lag ik op de grond. Ik kreunde en inmiddels voelde ik uit verschillende plekken bloed uit mijn lichaam stromen.

Met zijn benen gespreid kwam hij over mij heen staan. Hij hurkte zodat hij zijn gezicht dicht bij het mijne kon plaatsen en vanaf een paar centimeter afstand zei hij: ‘’Je hebt mijn zusje verneukt.’’

Het enige woord dat ik op dat moment mijn keel uitkreeg was een verwarde: ‘’Wat?’’

‘’Shayla. Ze zit nu in Zuid-Afrika en dat komt door jou en die fucking coke.’’

Tussen de kreunen kon ik met moeite de woorden: ‘’Waar the fuck heb je het…. over?’’ Maar die vraag werd met een ruwe trap in mijn zij beantwoord. ‘’Je hebt haar verneukt. Onthoudt dat. Je hebt haar verneukt. Het is jouw schuld dat ze nu in een kliniek zit. Hoor je me!? Jouw schuld!’’ De huid om mijn oog voelde ik langzaam dikker worden, woorden lagen op mijn tong maar ik kreeg ze maar niet uitgesproken. Het enige dat ik wist te bevrijden was een stel kreunen. Al snel volgde er nog een trap en plotseling voelde ik een felle steek van pijn in mijn ribben. Toen het duidelijk werd dat ik geen dreiging meer voor hem vormde kwam hij opnieuw gehurkt naar mijn gezicht. Zijn benen waren gespreid boven de mijne en met een paar centimeter van mijn gezicht af schreeuwde hij: ‘’Je bent het slapste excuus voor een mens, eikel! Elke vorm van pijn verdien je momenteel, want geen enkele hoeveelheid pijn kan dat goed maken wat je haar hebt aangedaan.’’ Ruw greep hij me bij mijn kraag en tilde daarmee mijn hoofd enkele centimeters omhoog. ‘’Als ik jou nog één keer in de buurt van haar zie, als ik hoor dat je ook maar één keer contact met haar hebt gehad, als je überhaupt in dezelfde straat als haar bent, dan ga je eraan. Knoop dat in je oren. Je gaat eraan!’’

Wat me op dat moment bezielde bleef een mysterie. Het was een idee, een gedachte die als een messteek door mijn hoofd ging en ik simpelweg niet kon negeren. De barrage van zijn speeksel in mijn gezicht tussen zijn woeste woorden door forceerde me. Het was de perfecte mogelijkheid. Ook al zou het mij meer pijn kosten. Ik boog mijn been. Keek tactisch of die juist gepositioneerd was. Richtte mijn ogen terug naar hem en er verscheen een klein, cynisch lachje op mijn gezicht. Ook dat kon ik niet weerhouden. Mijn knie stuurde ik met alle kracht die ik op dat moment nog had naar zijn ballen. De plotseling schreeuw van pijn met daartussen gemixt enkele scheldwoorden waren het bewijs dat het werkte.

Hij viel met zijn hand op zijn kruis achterover. Ik probeerde op te staan maar de steken in mijn ribben stuurde mij weer terug naar de grond. Hij wist zichzelf al snel te hergroeperen en met een kleine onhandige maar pijnlijke huppel kreeg ik opnieuw een trap in mijn zij. Ditmaal was het de andere kant. Toen zijn voet mij raakte ontsnapte alle lucht uit mijn longen en het enige wat ik op dat moment kon voelen was pijn.

Het was het waard.

Maar ergens wist ik ook, dat ik dit alles had verdiend.

Het zat er ooit aan te komen. Niet per se om dat wat ik Shayla had aangedaan. Als ik de kracht had om hem te vertellen dat ze al lang voor mij aan de cocaïne zat, was het wellicht anders afgelopen. Nee. Dit was het gevolg van alles wat ik in mijn leven had gedaan. De schuld die ik niet langer kon ontwijken. Het was de onvermijdbare wraak van karma, de goden en het lot dat ervoor zorgde dat ik daar lag.

En na alle pijn, wist ik dat ik het had verdiend.

Ik had het verdiend.


Inmiddels staat 8.19 online. Je vindt hem hier.

Ontvang elk verhaal elke week via What’s App met een losstaande tekst. Gebruik deze link om je aan te melden.

Wil je in de tussentijd meer lezen? Check dan Kyra’s Adventures, een van de essays die ik onlangs heb gepubliceerd of lees het eerste deel van La speranza è l’ultima a morire. Of luister de playlist die ik speciaal voor Bob’s Adventures heb opgesteld. 

Foto door: Jason Lee Parry